Armoede op school: Een onzichtbaar probleem dat leerlingen dagelijks belast

Ik kom Glenn Daniëls, leerlingencoördinator in het Scheppersinstituut in Deurne, tegen in de leraarskamer. Hij is in gesprek met een van de leerkrachten. “Voor die jongen moeten we nog een oplossing bedenken: de huisbaas wil het huurcontract niet verlengen, eind deze maand verliest dat gezin hun woonst.” “En dan is er nog die andere jongen, rook jij ook dat er iets mis is?” “Ja, dat komt door ongedierte in het appartement en het gebrek aan wassen van de kledij.” “En dat meisje, ze is al meer dan 3 weken spoorloos.” “Ja, daar moeten we dringend achteraan gaan om te kijken wat er scheelt.”
Het Scheppersinstituut heeft een hoge OKI-score, wat betekent dat een groot aantal leerlingen opgroeit in een kwetsbare omgeving en extra ondersteuning nodig heeft.* Dit kan zich uiten in uitdagingen zoals taalachterstand, financiële moeilijkheden, een minder stabiele thuissituatie of beperkte toegang tot onderwijsgerelateerde middelen. De school zet zich dan ook actief in om deze leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden en gelijke onderwijskansen te bieden.
Glenn Daniëls, jij bent leerlingencoördinator van de eerste graad. Wat houdt jouw functie precies in?
Ik sta in voor de zorg en begeleiding van de leerlingen en neem daarnaast ook een deel van de sanctionering op mij.
Jullie school heeft een OKI-score van 3,14. Wat betekent dat concreet?
Dit cijfer weerspiegelt dat we veel leerlingen hebben die in een kwetsbare situatie verkeren. Sommigen dragen een zware rugzak met zich mee door moeilijke thuissituaties, gezinsproblemen of mentale uitdagingen. Dit laat zich vaak voelen op school.
Hoe uit zich dat in de klas?
Veel van deze leerlingen hebben moeite met concentratie en vinden het lastig om zich aan de schoolregels te houden. Als je thuis met problemen worstelt, dan laat je die niet zomaar achter aan de schoolpoort. Die last weegt door en heeft invloed op hun gedrag en leerprestaties.
Zijn lege brooddozen een realiteit op jullie school?
Ja en nee. Die leerlingen zijn er, alleen is het moeilijk om hen op te sporen. In de refter zien we heel wat leerlingen zonder maaltijd zitten. We proberen hen ook wel aan te spreken, als we hen apart tegenkomen. We vermijden om hen in de refter aan te spreken, omdat ze in groep vrijwel altijd ontwijkend zouden reageren met: "Ik eet nooit ‘s middags, er is niets aan de hand." Maar zelfs in een één-op-één-gesprek komen ze moeilijk voor een probleem uit. Toch hebben we recent een leerling gehad die toegaf dat er thuis effectief een probleem is. Dan kijken we hoe we kunnen helpen. Maar we weten dat er ongetwijfeld nog anderen zijn die in stilte lijden. Het is een aanwezig probleem, maar moeilijk bespreekbaar en op te sporen.
Merk je dat leerlingen fysiek of mentaal afzien als ze niet gegeten hebben?
Dat is niet altijd even zichtbaar. We hebben bijvoorbeeld veel leerlingen met een migratieachtergrond die deelnemen aan de Ramadan en gewend zijn om langere tijd niet te eten. Hierdoor valt het minder op wie echt met voedseltekorten kampt. Het probleem blijft voor een stukje onder de oppervlakte. In een grote klasgroep valt het niet zo op.
Op welke andere manieren merken jullie armoede op school?
Eén van de signalen is dat schoolfacturen niet altijd worden betaald. We proberen leerlingen te ondersteunen waar we kunnen, maar als school hebben we slechts beperkte middelen. Ook bij schooluitstappen zien we dat sommige leerlingen afhaken om financiële redenen. Daarnaast valt het op bij kleding: sommige leerlingen hebben geen aangepaste winterkledij, geen warme jas of handschoenen. Soms dragen ze muffe, vuile kledij, wat erop wijst dat ze weinig alternatieven hebben.
Wat zou je aanraden aan schoolbesturen, leerkrachten en overheden om deze problematiek aan te pakken?
Veel scholen willen wel iets doen, maar lopen tegen grenzen aan, zoals een gebrek aan middelen of kennis over welke instanties kunnen helpen. Het zou enorm helpen als er een duidelijker netwerk en structurele ondersteuning zou zijn om scholen hierin wegwijs te maken.
Komt het voor dat leerlingen zelf naar jou stappen voor hulp?
De drempel om over armoede te praten is hoog. Soms weten we op basis van inschrijvingsgegevens welke leerlingen extra aandacht nodig hebben, maar er zijn er altijd die door de mazen van het net glippen.
Vind je dat te weinig leerlingen hulp vragen, terwijl ze die eigenlijk nodig hebben?
Veel leerlingen beseffen niet dat wij als school willen meedenken over oplossingen om hun leerkansen zo groot mogelijk te houden. We kijken altijd eerst wat we binnen de school kunnen doen, zoals het voorzien van schrijfgerei, financiële ondersteuning bij uitstappen of het aanbieden van lesmateriaal. Maar de eerste stap is dat zij hun situatie durven kenbaar maken. En als zij ervoor open staan, dan zoeken wij graag mee naar oplossingen, maar concreet hangt onze hulp van situatie tot situatie af. We kunnen hun thuissituatie niet veranderen, maar we willen wel een veilige en ondersteunende omgeving creëren waarin ze zich even kunnen losmaken van hun zorgen.
* De Onderwijs kansarmoede-indicator (OKI) is een cijfer tussen 0 en 4 dat aangeeft in welke mate leerlingen aantikken voor vier leerlingenkenmerken (thuistaal niet-Nederlands, laag opleidingsniveau van de moeder, ontvangen van een schooltoelage of wonen in een buurt met hoge mate van schoolse vertraging).