De Fontein
In het kort
- Opgericht in 2013 in Gent
- Initiatief van de Orde van Malta
- Bieden douchebeurt en wasbeurt van de kledij, naast een kopje koffie en wat soep.
- Werken samen met straathoekwerkers, de stadsdiensten en de sociale organisaties in Gent: “een kleine ploeg met een groot netwerk”
Initiatief van de Orde van Malta
‘De Fontein’ is een initiatief van de Orde van Malta. De Orde vindt zijn oorsprong al in 1048 bij de Hospitaalridders. De klemtoon lag sindsdien steeds op de armen en de zieken. Nog altijd biedt de Orde van Malta humanitaire en socio-medische bijstand aan kansarmen, armen en zieken, in de geest van de christelijke naastenliefde. De Orde is actief in meer dan 120 landen. Zij biedt zomerkampen aan voor kinderen in nood, organiseert bedevaarten voor zieken en ondersteunt en begeleidt vrijwilligers in ziekenhuizen. In België heeft zij opvangtehuizen ‘De Fontein’ in Brussel sinds 1996, in Luik vanaf 1999 en in Gent vanaf 2013.
Bron: Orde van Malta, België
Oorsprong
“We zochten een plaats in Vlaanderen voor een nieuw opvangcentrum.”, vertelt Philippe Hermanns, verantwoordelijke voor Oost-Vlaanderen voor de Orde van Malta. “Eerst keken we in de richting van Antwerpen. In Gent was de armoede niet zo zichtbaar. Er zijn hier meer thuislozen dan daklozen. Er zijn minder zwervers, mensen die op straat slapen. De thuislozen vinden we hier vooral terug in barakken, caravans en tenten onder struiken verstopt. Aanvankelijk kregen we een oud gebouw in het Oud Begijnhof hier in Gent toegewezen. Maar er kwam protest. We gingen dan op zoek naar een pand in de Bloemekenswijk. We konden deze schoenenzaak kopen, hier op het Van Beverenplein. In deze wijk bevinden zich tal van organisaties waarmee we samenwerken: Medisch Sociaal Opvangcentrum (MSOC), de Kringwinkel, Sint-Antonius, KRAS, de Rode Lotus (voedselbedeling, kleding), Ieders Mond Gezond, De Tinten, Babynest, WGC “De Kaai” …
Dagelijkse werking
“Onze dienstverlening bestaat uit douchemogelijkheid en verpleging. Onze doelgroep zijn de dak- en thuislozen. We wassen de kleding ook. Het heeft immers weinig nut om je te douchen en vervolgens je vuile kleding weer aan te doen. De was is wel beperkt tot 2 kg, per aanwezige persoon, omdat we iedereen aan bod willen laten komen. De was is verplicht verbonden aan een douche. Onze diensten zijn gratis. Per voormiddag kunnen we 20 à 30 mensen hulp bieden. Douchen gebeuren niet op afspraak. We blijven aanwezig tot iedereen zich heeft kunnen wassen.”
“De mensen krijgen een netje waarin ze hun kledij kunnen stoppen. Het nummer op het netje wordt gelinkt aan hun naam. Die naam hoeft niet hun echte naam te zijn, maar we vragen wel dat ze steeds dezelfde naam gebruiken. We hanteren een betrouwbaar administratief systeem, om zo misverstanden over hun eigendommen te vermijden.”
“Waardigheid staat centraal in de Orde van Malta. Met de douchebeurt en wat propere kleren geven we hen een minimum van aandacht. Het is gezond om een beetje aandacht te vragen, menen we.”
“De groep is niet altijd gemakkelijk. Soms is er agressiviteit. Als medewerker en vrijwilliger komt het er dan op aan om rustig te blijven. Er bevinden zich steeds begeleiders aan het onthaal, de verpleging, de was, de douche en de cafetaria. De vrijwilligers moeten empathisch kunnen omgaan met de mensen. Het is zeer intensief, en soms ook emotioneel zwaar werk.”
“Er komen hier o.a. grote families, met Centraal-Europese roots. Kinderen zijn alleen welkom op woensdagnamiddag, andere dagen horen ze op school te zijn. Hier zijn 90% van de mensen mannen. Wanneer we het bezoek mengen met de kinderen, wordt dat al snel als storend ervaren. Je moet weten dat een aantal van deze mensen psychiatrische problemen hebben en dus ook heel prikkelbaar kunnen zijn.”
“Een douche- en wasbeurt neemt tijd in beslag, dus bieden we ook gelegenheid voor verpozing. We schenken koffie, thee, melk, water en soep. Boterhammen met confituur en/of margarine worden ieder dag aangeboden. We leven verder van giften: zo krijgen we gedeclasseerde handdoeken van hotels, koffie, deodorant, tandpasta en tandenborstels, sokken, soms schoenen en andere kledij…. Wasproducten, ondergoed, apotheek en andere benodigdheden voorzien we dan zelf.”
Catherine Inghels en onze verpleegkundige/animator zijn de enige betaalde medewerkers. Ze worden bijgestaan door een 30-tal vrijwilligers en enkele stagiaires. “We zijn een kleine ploeg met een relatief grote impact. Onze werking is enkel mogelijk dankzij giften. De Orde van Malta is onze opdrachtgever en hoofdsponsor. In Brussel worden we door de Stad en het Gewest gesponsord, in Luik krijgen we steun van de Stad en de Provincie, in Gent krijgen we via KRAS ook een kleine steun van het OCMW. Overheidssubsidies hebben we in Gent niet.” Caritas Hulpbetoon steunt De Fontein via projectsubsidies, serviceclubs zoals de Lions zijn belangrijke sponsors, verschillende activiteiten worden georganiseerd om financiële middelen te kunnen verzamelen.
Via onze verpleegkundige kunnen we basis verzorging aanbieden: verzorging van wonden, de huid, de voeten, de tanden. “Sommige mensen komen voor iets kleins en willen eigenlijk gewoon hun verhaal kunnen doen. Ze hebben een klein sneetje en zijn blij dat je hun hand vastneemt. Mensen komen hier ook met brandwonden. Daklozen verwarmen zich vaak met gevaarlijke petroleumvuurtjes. Bij zwaardere pathologieën sturen we hen door naar het Wijkgezondheidscentrum. Wanneer daklozen worden ontslagen uit het ziekenhuis en er is thuisverzorging nodig, worden ze hier verzorgd.”
“Naast onze dienstverlening verwijzen we mensen door naar andere diensten. Er bestaat, spijtig genoeg, een zekere drempelvrees bij onze mensen. Sommige lopen verloren in de administratieve rompslomp, meent Catherine. “We willen, van zodra de quarantainemaatregelen (in het kader van de coronacrisis) worden versoepeld, een vragenlijst verspreiden om meer zicht te krijgen op de middenveldcoördinatie: ‘Hoe vaak eet je warm per week en waar ga je eten? Hoe ervaar je de nachtopvang? Voel je je veilig? Verlang je naar meer culturele en sportactiviteiten?’. Wij kunnen niet alle noden opvangen, en het is niet de bedoeling. Maar in het Gentse zou het middenveld meer met elkaar kunnen afstemmen.”
“We roepen buurtstewards (straathoekwerkers) op om hier, op regelmatige basis, langs te komen. Hun taak is ook om in een crisissituatie contacten te leggen. We willen bruggen bouwen met hen en hen dichter bij de mensen brengen. We willen de drempelvrees wegwerken.”
“Door het grote aantal kinderen dat bij De Fontein langskomt, kan het hier nogal lawaaierig zijn. Daarom werd voorgesteld om op de bovenverdieping, weg van de cafetaria, met hen te knutselen, te leren spelen en de Nederlandse taal te beoefenen. We hadden aanvankelijk enkele computers geïnstalleerd, voor een educatief kwartiertje, maar pubers bleven frenetiek spelen en waren moeilijk te beteugelen. We haalden de computers weg, en daarmee bleven ook deze teenagers weg. Bij vzw Jong konden ze immers gaan gamen en bij vzw Zwerfgoed konden ze meewerken op de boerderij. De jongere kinderen bleven wel komen en hun vertrouwen wisten we langzamerhand te winnen. We hanteren een beloningssysteem: wanneer ze zich rustig gedragen, goed meewerken en niets stukmaken, krijgen ze een stempel. Na een aantal stempels mogen zij een speelgoed of boek uit onze reserve uitkiezen. De ruimte werd ook opgedeeld in hoeken: de leeshoek, gezelschapsspelhoek, de poppenhoek, de autootjeshoek. Zij zijn blij dat ze hier de nodige aandacht krijgen. Thuis is er vaak geen speelgoed en kijken de ouders vaak nauwelijks naar hen om. De ouders hebben andere zorgen. We leren hen ook hier omgaan met hun kinderen: spelletjes spelen, puzzels maken, en vooral hen aanmoedigen in de opvoeding van hun kinderen.
Elk jaar zijn er 40% nieuwe inschrijvingen voor deze groep.”
“Er komen hier veel illegalen, van intra- en extra-Europese origine. Ze zijn allen op zoek naar een betere toekomst. Maar bij elke twee stappen voorwaarts, zetten ze weer een stap achterwaarts. Ze hebben van geen opleiding genoten, krijgen wel begeleiding, maar één persoon kan de problemen van generaties moeilijk overbruggen. Toch zien we regelmatige langzamere evolutie. Onze vrijwilligers realiseren zich dat deze mensen niet alleen met een klein duwtje in de rug vertrokken zijn, maar stellen zich tevreden met kleine positieve veranderingen, stap voor stap. Iemand die eerst zeer bruut de telefoon opnam en nu beleefd weet te telefoneren. Iemand die zijn veters met gemak bindt, terwijl hij daarvoor steeds schoenen met velcro droeg uit onkunde. Kinderen die spullen niet laten liggen, maar oprapen, als ze die per ongeluk hebben laten vallen.”
“De ontmoetingen vallen me soms zwaar”, vertelt Catherine, “maar wanneer ik een kleine vooruitgang zie of een persoon komt hier niet meer omdat dat niet meer nodig is, dan lucht dat op. Ik vind niet dat ik perfect begeleid, maar wel dat mijn inspanningen tot iets bijdragen. Ik ben blij dat ik mijn energie voor zo’n mooi project kan inzetten. Hier krijg je echt het gevoel dat je je steentje bijdraagt en dit is echt motiverend.”
“In de huidige corona periode, zijn wij verplicht geweest om onze werking aan te passen aan de wettelijke eisen en regels. Hiervoor hebben wij De Fontein aangepast met de nodige maatregelen van social distancing en hygiëne. Er worden maar 2 bezoekers om het half uur aanvaard, deze kunnen zelfs indien gewenst een bepaald tijdstip reserveren. Uiteraard krijgen wij zo minder bezoeken en zijn wij overgegaan op een andere uurregeling. Nu ontvangen wij van 9u30 tot 16u van maandag tot vrijdag met uitzondering van de woensdag waar wij vanaf januari 2021 opnieuw de vrouwen en kinderen hopen te kunnen ontvangen. Ondanks deze kortere bezoeken en door deze rustige sfeer is ons luisterend oor veel meer waakzaam en efficiënt. Het grootste deel van onze vrijwilligers zijn 65+ en worden nu regelmatig vervangen door studenten die stage lopen. Want ook hier willen wij geen onnodige risico’s nemen. Het loopt vlot en wij ervaren dat onze bezoekers veel rustiger zijn en dat alles veel kalmer verloopt. Waarschijnlijk gaan wij op deze manier naar de toekomst toe zo verder werken, maar dan wel opnieuw met de nodige vrijwilligers.”
Enkele getuigenissen
“Helmut* is een veertiger, een Duitser. Hij had een drukke job, maar kreeg een burn-out. Hij was nooit getrouwd en als wees verloor hij de band met zijn familie. Op een gegeven ogenblik besloot hij zijn stad te verlaten en elders werk te zoeken. Hij zocht een job in Nederland, het Verenigd Koninkrijk, maar vond niet de weg naar werk. Hij belandde bij De Fontein. Helmut keek de mensen niet aan. Hij bleef steeds in de wachtzaal bij zijn computer, met zijn ogen terneergeslagen, terwijl de was draaide. Hij kwam voor niets meer dan een douche en de was. Hij zocht werk via de VDAB, diende zijn cv in. Maar wanneer je geen adres en geen bankrekening hebt, dan stopt het verhaal”, zegt Catherine. “Hij had geen vertrouwen meer, in niets. In het begin was hij veel ziek, steeds longproblemen. De volgende winter ging hij in een tent in het bos slapen, in plaats van in de nachtopvang, en was hij plots veel minder vaak ziek.
Ik vond het niet kunnen dat zo’n slim en gemotiveerd iemand geen werk vond. Hij wilde niet caritatief van het systeem genieten, hij wilde werken. In april ben ik met hem naar de Stad gegaan. Ik heb De Fontein als postadres opgegeven. Nadien ben ik in de Werkwinkel van de Stad voor hem naar werk gaan zoeken. We vonden zijn cv terug op de VDAB-site. De cv stond al een jaar inactief, dus gaven we het een update, activeerden het terug, personaliseerden het. Hij had een mooi cv, want hij was clever. De telefoon begon te rinkelen. Dankzij ons netwerk (met KRAS, met de Werkwinkel) mocht hij op verscheidene job interviews komen, maar steeds wanneer hij geen rekeningnummer kon doorgeven, stopte het. Ik zocht contact met De Tinten die toeliet dat zijn loon via hun rekeningnummer aan hem kon worden doorgegeven. Zo waren uiteindelijk alle obstakels overwonnen. Hij werkt nu twee jaar en is verantwoordelijk voor een kleine ploeg in een bedrijf. Een organisatie vroeg of wij iemand kenden die bij hen conciërge zou kunnen worden. Wij gaven hem door, waardoor hij nu ook een woonst heeft. Hij blijft introvert, is een man van weinig woorden. Maar hij bracht hier recent een enveloppe met geld, opdat wij anderen ermee zouden kunnen helpen.”
“Afina* is een jonge moeder, een kind nog, uit een Roma gezin. Zelf wordt ze verwaarloosd, kent ze geen warmte of liefde van haar ouders. Maar de manier waarop Afina omgaat met haar kindje, is daarentegen zeer liefdevol. Ze neemt het kind op de arm, geeft het kusjes. Het is een rustig kindje. Afina heeft een opleiding van de VDAB aangevat, in de hoop werk te vinden als poetshulp. De ploeg van de VDAB begeleidde haar vorige week naar hier om hier schoon te maken, als deel van haar opleiding. De familie van Afina werkt niet, wil ook niet werken. Afina maakt dus een reuzesprong vooruit.”
“Voor sommige mensen is het moeilijk om vooruit te raken. Ze zijn mentaal op. Zo is er Berat*. Hij spreekt Nederlands, Frans, Engels, Turks, Bulgaars en Russisch. Hij werkt af en toe in de horeca. Maar hij heeft een drankprobleem en is karakterieel niet stabiel (soms agressief). Hij komt hier al jaren en vertaalt dan soms voor ons. Eerder had hij ook een drugsprobleem, maar daar raakte hij wel vanaf.”
“Alexandro*, voor wie er geen hoop meer is dat hij hier legaal zou kunnen verblijven, woonde in een caravan. Tijdens zijn omzwervingen in België is hij regelmatig misleid geweest. Hij had niet verwacht dat hij hier in België zou worden uitgebuit. Hij was mentaal uitgeblust. We hebben kunnen regelen dat hij met JRS een jaar in een gezin kon verblijven. Dat jaar werd Alexandro weer zichzelf, hij werd rustiger. Hij was ook bereid om terug te keren, maar kreeg dan fysieke problemen. Hij heeft een constante pijn in zijn armen en zijn rug. Hij weet dat er in zijn land van herkomst geen verzorging hiervoor bestaat. We kunnen onmogelijk zijn problemen oplossen. Het enige dat we kunnen, is hem wat morele ondersteuning bieden.”
“Ieder jaar vragen we de kinderen om in opwachting van de Sint een tekening of knutselwerk te maken. Manuela*, een meisje van 11 jaar, weigerde vorig jaar, ‘want de Sint dacht toch niet aan haar’, vertelde ze aan onze stagiaire. Je kan het de ouders amper kwalijk nemen, in armoede zijn de zorgen zo groot… Uiteindelijk kon de stagiaire Manuela haar toch overhalen om wat te tekenen. En de week erop kwam de Sint hier en had hij ook voor haar een cadeau mee, waar ze natuurlijk erg blij om was. Wanneer deze kinderen zich open stellen naar ons, kunnen we er pas iets aan doen.”
“Xavier* liet zich gaan na een onbeantwoorde liefde. Hij verloor zijn zaak, raakte dakloos. We merkten dat zijn gebit erg onverzorgd was. Daarom stuurden we hem naar De Tinten voor tandverzorging. Supertrots was hij, met zijn nieuw gebit. Ondertussen is hij vrijwilliger in een sociale organisatie. Hij heeft mentale stabiliteit gevonden.”
“Omar* is van Syrische afkomst. Door de oorlog moest hij zijn literatuurstudie onderbreken en vluchten. Tijdens zijn omzwervingen in Turkije leerde hij voor kapper. Hier in België ging hij bij het vrijwilligerspunt van de Stad Gent vragen waar hij vrijwilligerswerk kon doen. Daar verwezen ze Omar naar hier, bij De Fontein. Bijna twee jaar lang was hij hier wekelijks en konden de mensen bij hem hun haren laten verzorgen. Hij kreeg hier lovende commentaren. Hij kon beginnen als pizzabezorger, maar probeerde toch ook hier te blijven komen. Enige tijd later werd hij aangenomen in een kapperszaak en namen we trots afscheid van hem.”
“Hier kwam een jongen, Abdul*, die op zijn 17de uit Syrië was moeten vluchten. Hij had zijn humaniora net niet kunnen afronden. Hij kwam hier een zomer als vrijwilliger de was doen. Hij wilde graag zijn humaniora afmaken en een hogere studie aanvatten. Tania* was hier vrijwilliger, maar overwoog ermee te stoppen, omdat ze ‘buddy’ (begeleider van minderjarige vluchtelingen) wilde worden. Ik dacht: ‘Kan ik Tania niet laten kennismaken met Abdul?’ en nodigde haar uit op de koffie wanneer Abdul hier ook was. En het klikte. Abdul huurde op dat ogenblik een woning in slechte staat, tegen een peperduur tarief. Tania is samen met hem gaan zoeken naar een betere studio. Tania was zelf getrouwd en had geen kinderen. Ze koos er uiteindelijk voor om samen met haar man een studio te kopen en deze aan Abdul te verhuren, aan een democratische prijs. Eerst voor één jaar, maar als hij zo zorgvuldig bleef, kon dit wel verlengd worden. Tania ondersteunde hem ook mentaal. Hij heeft haar in vertrouwen enkele verschrikkelijke ervaringen verteld. Hij is nu geëngageerd, leert goed Nederlands. Dit jaar rond hij zijn humaniora af. Volgend jaar hoopt hij zijn diploma Nederlands te bekomen.” En Tania? “Zij is hier vrijwilliger gebleven.”
* Fictieve naam
Foto's: Vincent Koevoets
Praktische informatie
De Fontein vzw
Edmond van Beverenplein 22
9000 Gent
Google maps
dfg@ordmalt.be
T 09 236 62 52
contactpersoon: Cahterine Inghels