In 't kort

  • hulp aan vluchtelingen, asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf, die omwille van hun etniciteit, overtuiging of godsdienst in hun thuisland vervolgd of op een of andere wijze gediscrimineerd worden
  • voedselbedeling gekoppeld aan sociale dienst. Daarnaast ook medische dienst en materiële ondersteuning
  • in Gent
  • steunt volledig op vrijwilligers

Een beetje geschiedenis

“De Tinten is ontstaan binnen een christelijk milieu. We worden overkoepeld door de KRAS-diensten. In de jaren ’90 werden die diensten geconfronteerd met een toevlucht van mensen uit Joegoslavië en Albanië, waar toen een grote financiële en menselijke crisis heerste. Een deel van de mensen uit de KRAS-diensten is zich specifiek met de hulp aan deze doelgroep gaan bezighouden. Die hulp heeft langzaam een vastere vorm gekregen en in 2004 is De Tinten dan een vzw geworden.” Aan het woord is Thierry Morel, coördinator van De Tinten. Hij gaat verder: “Onder leiding van diaken Paul en zijn vrouw Fientje werd de werking verder uit de grond gestampt. Helaas bleek het geen tijdelijk initiatief, want we blijven nog steeds geconfronteerd worden met een toestroom van mensen. Na Zuid-Europa en de Balkanlanden kwamen vanaf 2010 mensen vanuit Syrië. De stroom van mensen, die vluchten van een thuisland waar het niet meer zo goed loopt, blijft aanhouden.

Dagelijkse werking

De doelgroep van De Tinten varieert, niet door een evolutie van de nood, maar door afspraken binnen KRAS. Bv. wij bedienen nu minder Roma, omdat andere diensten van KRAS dat momenteel opnemen. Maar we hebben een doelgroep van ongeveer een 500-tal mensen. Dat betekent dat we bijvoorbeeld op jaarbasis tussen 20.000 en 25.000 mensen van eten voorzien.

We zijn begonnen met het kleine initiatief voor mensen uit de Balkan en zijn blijven evolueren naar momenteel hulp aan iedereen die zonder verblijfsvergunning op het Gentse grondgebied verblijft en daarnaast ook aan daklozen. We zijn pluralistisch ingesteld, maar blijven onze banden houden met het katholieke milieu. We houden aan onze onafhankelijkheid, we werken niet voor een bepaalde stadsdienst, zijn niet gesubsidieerd, behalve via KRAS.

Van een kleine groep van 4 vrijwilligers zijn we gegroeid naar een groep van 50 vrijwilligers. Er zijn geen betaalde medewerkers. Je hebt drie soorten vrijwilligers: mensen die een bepaalde vaste taak willen doen, mensen die komen voor de gezelligheid en mensen die mee willen denken. We kijken dus naar hun individuele noden. We bieden de vrijwilligers ook de kans om opleiding te krijgen, bv. in vreemdelingenrecht. We proberen ook nuttige samenwerkingen met andere diensten aan te gaan. Voor moeilijke dossiers werken we bv. samen met de faculteit Rechten, departement Vreemdelingenrecht, van de UGent. Dat is een win-win voor de studenten (die met de praktijk in contact komen) en voor onze medewerkers (die juridische kennis opdoen). Een nieuwe vrijwilliger die bij de sociale dienst komt, loopt eerst mee met een ervaren vrijwilliger en kan zo zijn vragen kwijt. In de voedselbedeling geven we vorming rond hygiënische voorschriften, stockage en houdbaarheid, … We staan open voor mensen die met ideeën komen. Bv. iemand die voorstelt om een dag rond gratis kinderkledij te organiseren, zulke nieuwe initiatieven moedigen we aan. Dat is belangrijk voor de doelgroep, maar ook voor de erkenning van onze vrijwilligers. Soms missen we wel nog een maatschappelijk werker, maar die nood vullen we in door regelmatig stagiairs maatschappelijk werk te aanvaarden.

Onze voedselbedeling is de toegangspoort tot onze organisatie. Die organiseren we elke vrijdag. De mensen komen bij ons en kiezen zelf hun voeding uit ons assortiment. We ontvangen producten van de Europese en nationale voedselbanken. We krijgen ook steun van de Foodsavers. Foodsavers laten medewerkers (van artikel 60) voedsel ophalen bij fabrikanten en warenhuizen en verdelen die voeding dan over verschillende organisaties. Dat is een zeer welkome aanvulling. We hebben ook enkele private samenwerkingen: een landbouwproefstation stelt groenten ter beschikking, de biologische boerderij De Wassende Maan brengt ons overstock,…

De voedselbedeling is gekoppeld aan onze sociale dienst. Iedereen die hier toekomt, al dan niet via doorverwijzing of via mond tot mondreclame, krijgt een intakegesprek. Dat is een informeel gesprek, met een klein formeel deel, mits toestemming van de betrokkene. We hebben enkele gegevens nodig, niet omdat we controleziek zijn. Maar iemand die 3 maanden op het Gentse grondgebied verblijft, heeft recht op een medische kaart van het OCMW. De registratie voor onze voedselbedeling is geldig als bewijs van verblijf in Gent. Het informele gesprek herhalen we na een maand. Zo trachten we een vertrouwensrelatie op te bouwen.

Daarnaast hebben we ook een erkende medische dienst: 3 huisartsen geven gratis elke namiddag consultatie bij ons. Er bestaan ook wel wijkgezondheidscentra, maar de drempel is daar vaak nog te hoog. We hebben ook een dienst tandheelkunde, in samenwerking met de UGent, opleiding tandheelkunde, en met de Arteveldehogeschool, opleiding mondhygiëne. Stagiairs reinigen de tanden van onze cliënten en kijken ze medisch na. Door de ervaringen heeft onze medische dienst een lijst van tandartsen die werken aan terugbetaaltarief. We bekijken ook podologische noden en doen aan kinderzorg. Dat laatste is ook een samenwerking met de Arteveldehogeschool, waar de mensen van bij het begin van de zwangerschap tot één jaar na de geboorte een buddy krijgen toegewezen. Maar corona heeft er ravage in geslagen, het project staat momenteel helaas op een waakvlammetje.

De medische dienst brengt kosten met zich mee, want de medicatie die onze huisartsen voorschrijven, betaalt De Tinten terug. Dat gaat om een budget van 20.000 à 30.000 euro per jaar. We krijgen ook wel giften van medicatie (van nabestaanden van overleden particulieren, van woonzorgcentra, …), maar een vrijwilliger, een apotheker, kijkt na welke medicamenten nog houdbaar en nuttig zijn en wettelijk bedeeld mogen worden. Ook de dienst tandheelkunde heeft kosten aan tandpasta en tandenborstels die om de 8 weken gratis aan de mensen worden aangeboden.

We bieden naast voeding ook andere materiële ondersteuning: kledij, huisraad, boeken. We organiseren daartoe drie kringwinkels: voor de mensen uit de buurt zijn de producten aan ‘kringwinkelprijs’ (zo genereren we ook wat werkingsmiddelen), voor onze doelgroep is alles er gratis. Andere bedeling van materiële hulp gebeurt via de sociale dienst: bv. iemand zit met een tijdelijk probleem, want kan de energiefactuur of schoolfactuur niet betalen.

We hebben ook de essentiële afdeling transport. De producten van de voedselbanken worden wekelijks aangevoerd en gestockeerd in depots. Wanneer mensen goederen (zoals bv. kledij) doneren, dan moeten we dat afhalen. Die logistiek is zwaar. We mogen zelf, dankzij het bisdom, voorlopig het vroegere Krombeeninstituut gebruiken voor onze diensten. Daarnaast huren we een loods, en hebben de Stad en het bisdom ons elk een loods ter beschikking gesteld. We pendelen dus tussen die verschillende locaties. In 2023 moeten we op zoek naar een nieuwe locatie, en dat is door de hoge huurprijzen geen evidentie hier in het Gentse.

Mensen komen bij ons terecht via een doorverwijzing van het OCMW, het CAW, Kind en Gezin, een pastoor, … of omdat ze over ons hoorden. Maar we doen altijd een intakegesprek: want naast hun basisbehoeften hebben ze ook andere noden. Een zak eten lost hun probleem structureel niet op. Daarom werken we aan een vertrouwensrelatie en doen we alles binnen onze mogelijkheden om de mensen structureel te helpen. Soms zijn hun behoeften niet haalbaar, bv. een verblijfsvergunning, maar we gaan alle mogelijkheden na. Als iets niet haalbaar is, willen we ook duidelijk communiceren en de optie openhouden om terug te keren naar het thuisland. Maar mensen blijven altijd welkom, ze blijven voedselsteun en medische bijstand krijgen. We blijven met hen in gesprek gaan en soms ontdekken we dan na jaren andere denkpistes. Daar ligt het verschil met sommige officiële instanties.

Bij het begin van de pandemie hebben we onmiddellijk besloten om niet te stoppen, maar onze werking mocht niet meer intra muros doorgaan. Vrijwilligers haakten af, dus we hebben gewerkt met gelegenheidsvrijwilligers, in kleine teams, om voedselbedeling aan huis te organiseren. Mensen die tijdelijk werkloos waren in de eerste lockdown, kwamen zich hier aandienen om dat te doen. We konden beroep doen op een 30-tal chauffeurs. Dat hebben we een aantal maanden volgehouden om dan weer terug geleidelijk op te starten, eerst op de stoep en dan geleidelijk aan ook terug binnen. De pandemie heeft ook blijvende invloed gehad: het was bijvoorbeeld moeilijk om het vaste team te blijven binden. We kregen wel meer steun van het OCMW en de Foodsavers, maar zij vroegen of we nog wat meer mensen konden helpen, en dus zijn we gegroeid tot 900 mensen die van ons afhankelijk zijn. De vrijwilligers hadden het zwaar, maar we zijn toch blij dat we niet gestopt zijn in de pandemie, want deze periode is voor onze doelgroep zeer schrijnend. Bv. voor de daklozen werden er aan het begin van de pandemie extra opvangplaatsen gecreëerd, maar deze werden eind mei gesloten, terwijl alle miserie op dat moment niet van de baan was. En in de resterende nachtopvang leidde de afstandsregel van 1,5m ertoe dat er minder opvangcapaciteit was als voorheen. We stonden machteloos wanneer we geconfronteerd werden met deze mensen die totaal geen onderdak hadden.

Caritas Hulpbetoon steunt De Tinten met projecten rond Winteropvang en biedt ook financiële ondersteuning aan de koepel KRAS via projectsubsidies.

Enkele getuigenissen

We ontmoeten mensen met een zeer schrijnende achtergrond, zoals een man uit Afghanistan die tijdens zijn vlucht zijn vrouw en kinderen is kwijtgeraakt. Zij zijn op een heel andere plaats terechtgekomen. We ontmoeten mensen die helemaal alleen in België terechtkomen, zonder enig netwerk. Dan moeten we zoeken waar we nog landgenoten kennen, waar ze misschien aansluiting mee kunnen vinden.

Het meest voorkomend zijn mensen die het in hun thuisland eigenlijk vrij goed hadden. Zoals Amar*, een hoogleraar archeologie, die uit Syrië is moeten vluchten. Voor hem is het relatief goed gekomen, ‘relatief’, want hij heeft wel veel familie weten sterven. Hij heeft redelijk snel een verblijfsvergunning bekomen, maar zijn diploma is hier niet geldig. Ook al was de universiteit zelf vragende partij, want voor een archeoloog Midden-Oosten is er zeker wel een vakgroep, het mocht niet baten. Zijn gebrekkige taalkennis laat het aan Amar niet onmiddellijk toe om hier zijn studie opnieuw te doen. Hij is momenteel vorkliftchauffeur.

Een ander voorbeeld is alleenstaande moeder Jeanine*. Zij leefde met 9 kinderen in een kraakpand. Maar op een gegeven moment moest ze het pand verlaten. Beeld je eens in: ze moest met haar 9 kinderen een onderkomen zoeken in de nachtopvang.

Wie we ook tegenkomen, zijn moeders die ons vertellen dat hun kind wordt misbruikt in de context van de school of de vriendengroep. Ze durven de stap naar de politie, om aangifte te doen, niet te zetten, omdat ze hier illegaal verblijven en vrezen dat ze meteen de grens over gezet zullen worden – wat hier in België niet gebeurt, maar de vrees is er wel. We kunnen hen moeilijk overtuigen om verder nog stappen te ondernemen, want het gaat niet alleen om de aangifte, maar ook de zoektocht naar bewijsmateriaal en de psychische nazorg voor het kind.

We zien hier Roemenen, Bulgaren, Slowaken, … die in hun thuisland weinig toekomst hebben. Het zijn niet-Roma die hier wel mogen werken, maar moeilijk werk vinden. Doordat ze geen werk hebben, kunnen ze geen huishuur betalen. En doordat ze geen adres hebben, weigeren werkgevers hen een contract. Het is een vicieuze cirkel waar ze moeilijk uitraken. We proberen hen door te verwijzen, maar dat lukt vaak alleen maar als ze een adres hebben. Bovendien swingen de huurprijzen hier in het Gentse de pan uit. Dat is in de meeste grootsteden een heet hangijzer. Samen met KRAS proberen we iets te doen aan het woningprobleem.

Met sommige mensen die vrijwillig teruggekeerd zijn naar hun land van origine, hebben we nog contact. Met anderen zijn we het contact kwijtgeraakt, en hopen we maar dat het hen goed gaat. We zijn er niet principieel tegen, maar een terugkeer moet wel goed begeleid worden. Momenteel loopt hier in Gent bv. het project ‘Opvang en Oriëntatie - Blekerij’, dat dakloze derdelanders zonder wettig verblijf opvang aanbiedt en hen begeleidt naar een duurzaam perspectief hier of in hun thuisland. Maar de plaatsen zijn erg beperkt: het gaat om maar 20 mensen. Ze worden zeer streng geselecteerd, volgens bepaalde criteria. Het project moet slagen, want het kost veel. De mensen krijgen bed en bad, maar voor brood is geen budget voorzien, dus voorzien wij hen van eten.

Wat mij motiveert? Ik zie dat ik concreet iets kan betekenen voor de doelgroep. Daarnaast motiveert de christelijke inspiratie van waaruit we dit werk doen mij. Hier in Gent bestaat ook wel het Solidariteitsfonds dat ook soortgelijk werk doet, maar ik vind het mijn verantwoordelijkheid dat De Tinten zich blijft profileren als christelijke organisatie, die open staat voor iedereen.”

Contact

De TintenDe Tinten
François Benardstraat 86
9000 Gent
www.detinten.be

T +32(0)9 244 57 42
info@detinten.be

Andere organisaties die wij ondersteunen