Elk kind heeft recht op kwalitatief onderwijs

Onderwijs is de sleutel tot een betere toekomst voor elk kind, maar voor veel Roma kinderen in Europa blijft dit essentiële recht buiten bereik. Op de Internationale Dag van het Onderwijs staat Caritas stil bij de transformerende kracht van onderwijs - en de dringende behoefte aan systemische verandering om inclusie, toegankelijkheid en gelijkheid voor Roma kinderen in het onderwijs te garanderen. Deze krachtige verhalen uit onderwijsprojecten van Caritas en getuigenissen laten zien hoe onderwijs het leven van Roma kinderen en jongeren kan veranderen, maar werpen ook een licht op de voortdurende uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd.

24 januari is de Internationale Dag van het Onderwijs, in 2018 uitgeroepen door de VN om de cruciale rol van onderwijs - een recht dat is vastgelegd in artikel 26 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens - in vredes- en ontwikkelingsprocessen te vieren. Voor mensen die aan de rand van de samenleving leven, zoals Roma-gemeenschappen, blijft de toegang tot kwalitatief onderwijs echter precair, wat de volledige integratie, ontwikkeling en toekomstperspectieven van veel kinderen beperkt.

Caritas-organisaties pleiten al tientallen jaren voor inclusie en verandering voor de Roma-gemeenschappen. Om deze missie kracht bij te zetten, heeft Caritas Europa een Community of Practice (CoP) opgericht - een groep deskundigen die zich bezighoudt met de inclusie van Roma. De groep bestaat momenteel uit Caritasmedewerkers uit België, Tsjechië, Hongarije, Noord-Macedonië, Portugal, Servië en Slowakije, en er is nog ruimte om de groep verder uit te breiden. Op deze belangrijke dag vragen de leden van de CoP meer aandacht voor de obstakels waarmee Roma kinderen en jongeren op het gebied van onderwijs geconfronteerd worden.

De transformerende kracht van onderwijs: het verhaal van Dr. Julianna Boros

Zowel statistieken als onze ervaring in het veld laten duidelijk zien dat Roma kinderen grote uitdagingen ondervinden bij het doorlopen van hun onderwijstraject. Helaas bereikt slechts een klein aantal kinderen het hoger onderwijs en blijven veel talenten onontdekt. Dr. Julianna Boros, regionaal professioneel directeur van Caritas Hongarije en lid van de CoP, kan door persoonlijke ervaring getuigen van de transformerende kracht van onderwijs voor Roma:

“Ik ben geboren in een Roma-nederzetting naast een vuilnisbelt, vandaar de naam “Roma-kuil”. Mijn ouders hadden een beperkte formele opleiding - mijn moeder ging zes jaar naar school en mijn vader acht - en ze werkten hun hele leven als ongeschoolde arbeiders.

Ik ging naar de basisschool in het dorp en op aanraden van een van mijn leraren vervolgde ik mijn opleiding op een middelbare school die een diploma bood. Dit was een moeilijke beslissing voor mijn ouders, want ze wilden niet dat ik naar een verre stad zou verhuizen, vooral omdat ik een meisje was en de eerste in mijn familie die verder wilde leren.

Tijdens mijn middelbare schooltijd woonde ik samen met andere jonge Roma studenten in een studentenverblijf dat erop gericht was onze talenten te ontplooien. Na mijn afstuderen schreef ik me in aan de universiteit van Boedapest en werd ik toegelaten tot een universitair programma voor Roma-talentontwikkeling. In 2005 behaalde ik een diploma in sociaal beleid aan ELTE (Eötvös Loránd University), gevolgd door een onderwijsdiploma aan de Universiteit van Pécs. Ik werk nu al bijna 20 jaar als universitair docent aan de Universiteit van Pécs.”

Terugkijkend op haar traject, benadrukt Dr. Boros:

“Gedurende mijn hele leven heb ik vormende ervaringen en ontmoetingen gehad met leraren en maatschappelijk werkers die mijn mentoren en rolmodellen werden. Zonder hun begeleiding zou mijn pad veel moeilijker zijn geweest en had ik misschien een andere richting gekozen. Ik ben ervan overtuigd dat kinderen met een kansarme achtergrond, vooral Roma kinderen, de kans moeten krijgen om voor een betere toekomst te kiezen, een toekomst die meer biedt dan de armoede waarin ze zijn geboren. Dit vereist kwaliteitsonderwijs en de steun van toegewijde professionals, meelevende maatschappelijk werkers en toegewijde opvoeders.”

Roma-onderwijs in Europa: een ontnuchterende realiteit

Het verslag van 2021 over de situatie van de Roma, dat is gepubliceerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, is gebaseerd op een onderzoek in tien Europese landen[1] en biedt waardevolle inzichten in deze kwestie. De bevindingen wijzen op een diepe kloof tussen de Roma en de algemene bevolking als het gaat om toegang tot onderwijs:

  • Slechts 44% van de Roma kinderen neemt deel aan voorschools onderwijs, tegenover 93% van hun leeftijdsgenoten die geen Roma zijn;
  • Slechts 27% van de Roma jongeren in de leeftijdsgroep 20-24 jaar voltooit ten minste het hoger secundair onderwijs, een schril contrast met 84% van de bevolking in het algemeen.
  • 71% van de Roma jongeren tussen 18 en 24 jaar verlaat het onderwijssysteem voordat ze de laatste graad van het secundair onderwijs hebben bereikt, met weinig hoop op voortzetting van hun onderwijs of opleiding.

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt ook dat segregatie in het onderwijs meer dan de helft van de Roma kinderen tussen 6 en 15 jaar in heel Europa treft: 52% van de respondenten gaat naar scholen waar alle of de meeste leerlingen Roma zijn. Discriminatie van Roma leerlingen en gezinnen wordt vaak gemeld in contacten met schoolautoriteiten. In alle onderzochte landen is dit aandeel meldingen aanzienlijk gestegen, van 7% in 2016 tot 11% in 2021.

Het Strategisch kader van de EU voor de Roma inzake gelijkheid, integratie en participatie (2020-2030) pleit voor meer gelijke toegang tot kwalitatief onderwijs. Het heeft tot doel de kloof in deelname aan voorschools onderwijs te halveren, te werken aan het uitbannen van segregatie door het aantal Roma kinderen en jongeren dat naar gesegregeerde basisscholen gaat met minstens de helft te verminderen en de kloof in de voltooiing van het secundair onderwijs met minstens een derde te verkleinen.

Hoewel deze beginselen ambitieus zijn, weten we dat de realiteit voor Roma in de EU-landen in 2025 nog steeds achterblijft. Hoewel elk land zijn eigen specifieke situatie heeft, zijn sommige uitdagingen waarmee Roma kinderen in het onderwijs worden geconfronteerd - zoals lage schoolprestaties, absenteïsme en segregatie - helaas in alle landen hetzelfde.

Het project “Family Following” van Caritas Vlaanderen

Caritas erkent deze realiteit en zet zich actief in om onderwijs toegankelijker te maken voor Romakinderen en jongeren door projecten te promoten die zich richten op het garanderen van basisonderwijs of, in sommige gevallen, het bevorderen van langere en succesvollere schoolervaringen.

In België zet Caritas Vlaanderen zich in om onderwijs toegankelijk te maken voor kinderen uit Roma- en rondtrekkende gemeenschappen. Via het project “Family Following” biedt de organisatie een mobiel thuisonderwijsprogramma aan voor gezinnen die moeilijkheden ondervinden om deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Het projectteam, bestaande uit Gitte, Benoît en Léna, deelt inzichten over de betekenis en de impact van deze onderwijsactiviteiten voor de betrokken Roma kinderen:

“We bezoeken de gezinnen om de kinderen lezen, schrijven, rekenen en praktische vaardigheden aan te leren. We merken dat de wekelijkse follow-up met deze kinderen een positieve impact lijkt te hebben. Ze waarderen onze komst, ze blijven geconcentreerd tijdens de lessen en vragen vaak om meer oefeningen.

Dit project gaat verder dan onderwijs; om effectief met de kinderen te kunnen werken, moeten we een vertrouwensrelatie met de families opbouwen. En het vertrouwen groeit naarmate we de kinderen zien groeien en bloeien. Een van de meisjes in het project is bijvoorbeeld altijd dolblij met haar vooruitgang. Als ze klaar is met een oefening klapt ze in haar handen om haar vreugde te tonen. Haar jongere broer, die aan het begin van het project minder zelfvertrouwen had, is in de loop van de sessies zelfstandiger geworden. Hij praat meer en maakt de oefeningen met meer enthousiasme. Een van de jongeren die ook deelneemt in ons project realiseerde zich tijdens een sessie trots dat ze zich de tafels van vermenigvuldiging herinnerde die ze jaren eerder op school had geleerd. We vinden het geweldig om te zien dat deze kinderen meer zelfvertrouwen krijgen.”

Gitte Declercq (coördinator project Family Following), Benoît Dubois en Léna Morisse (Europese vrijwilligers)

Vandaag benadrukken de leden van de Caritas CoP voor Roma-integratie de dringende nood aan kwalitatief onderwijs voor Roma kinderen en jongeren. De aanhoudende ongelijkheid in onderwijsprocessen verhindert nog steeds dat veel Roma kinderen ten volle gebruik kunnen maken van hun recht op onderwijs, zowel tijdens hun kindertijd als het verdere vervolg van hun leven.

Wij geloven dat het onze collectieve verantwoordelijkheid is om actie te ondernemen en de onderwijsresultaten voor Roma te verbeteren. We dringen er bij regeringen en beleidsmakers op aan om prioriteit te geven aan de behoeften van Roma kinderen en jongeren en te investeren in hun toekomst door middel van programma's die zowel academische ondersteuning bieden, zoals onderwijs- en huiswerkbegeleiding, als sociale bescherming gedurende hun hele opleiding. Aangezien onderwijs mensen uit armoedesituaties kan halen en hen betere kansen in het leven kan bieden, vinden wij het ook essentieel om de algemene levensomstandigheden te verbeteren en grondrechten ook aan Roma kinderen toe te kennen.

Het is van cruciaal belang dat we nu in actie komen, zodat elk Roma kind gelijke kansen krijgt om zijn potentieel te benutten en een betere toekomst op te bouwen voor zichzelf en zijn gemeenschap.

 

Door Caritas Europa Community of Practice on Roma Inclusion

Contactpersoon: Dorien Van Haute – Caritas Vlaanderen – dorien.vanhaute@caritas.be

 

[1] Kroatië, Tsjechië, Griekenland, Hongarije, Italië, Portugal, Roemenië en Spanje en twee kandidaat-lidstaten: Noord-Macedonië en Servië