Reflectie op de Werelddag van de Armen
Beste vrienden van Caritas,
De armen zullen altijd onder u zijn (Mc. 14,7). Natuurlijk weten we dat het een citaat van Jezus is, dat in de bijbel staat, in het evangelie van Marcus, met een parallel in Mattheüs. Toch voelen we ons als Caritas een beetje ongemakkelijk – kozen wij de uitroeiing van de armoede niet als onze voornaamste zorg?
De uitspraak van Jezus kadert in het verhaal van een vrouw die een flesje dure nardusbalsem over hem uitgiet, waarop sommige leerlingen verontwaardigd reageerden, omdat ze vonden dat de 300 denariën – een jaarsalaris! – beter hadden kunnen gebruikt worden voor de armen. Velen van ons zouden eerder sympathie willen opbrengen de leerlingen om het geld onder de armen te verdelen. Hoeveel fondsenwerving was er nodig om dat te compenseren?
Zoals zo vaak is het antwoord van Jezus onverwacht anders. Jezus spreekt niet in zwart-wit, maar Hij confronteert zijn toehoorders met andere invalshoeken, buiten onze blik. Die kunnen controversieel lijken, zowel voor zijn tijdgenoten als voor ons vandaag. Door de Werelddag van de Armen in te voeren, doet paus Franciscus eigenlijk precies hetzelfde.
Misschien is de rode draad die we kunnen onderscheiden achter dit antwoord van de Heer en doorheen het hele evangelie wel deze: de armen moeten niet gezien worden als een stelletje (zeer) dankbare ontvangers, die aan onze genade zijn overgeleverd, en wier taak het is om ons, schenkers, een goed gevoel te geven. Integendeel, het zijn onze medemensen die hun bestaan – en de planeet – met ons delen. En die recht hebben op hun eigen keuzes.
Laten wij hier kort op ingaan, aan de hand van enkele voorbeelden, en ons enkele vragen stellen.
De vrouw die de Heer zalfde was niet arm, maar zelfs voor haar zal het een grote kost geweest zijn. Zij besloot haar geld hieraan te besteden. Dat zij dit bedrag er voor over had, was geen probleem voor de leerlingen, wel de besteding ervan. Hoe vaak beoordelen wij anderen op de manier waarop zij zich gedragen, op de keuzes die zij maken? Stop met het verspillen van je geld, geef het aan Caritas...
Soms hebben we ook zulke reacties als het gaat om de keuzes die de armen zouden kunnen maken. We willen hen wel helpen, maar alleen als wij kunnen beslissen hoe het geld gebruikt mag worden. Hebben ze echt een TV-scherm nodig, of juwelen, of... ? Mogen de armen hun eigen keuzes en voorkeuren hebben?
Paus Franciscus citeert hierover terecht de heilige Johannes Chrysostomus: "Zij die vrijgevig zijn, moeten geen rekenschap vragen van het gedrag van de armen, maar alleen hun toestand van armoede verbeteren en hun noden bevredigen. Als we alleen geven om te controleren, geven we niet, maar houden we mensen afhankelijk.”
Wij zijn gewend te leven in een politieke omgeving waar ‘hulp’ en ‘subsidies’ voorwaardelijk zijn, en heel vaak inkomensafhankelijk. Heel vaak worden ons dergelijke voorwaarden ook opgelegd, zowel door geldschieters als door nationale autoriteiten. Vaak voegen wij daar echter nog een soort moraal van ‘voorwaardelijk gebruik’ aan toe: we kunnen u helpen, zolang u het gebruikt voor datgene waarvoor wij bepalen dat u het kunt gebruiken. Maar strookt dit wel met wat we bedoelen als we zeggen dat het Evangelie 'Goed Nieuws' betekent, en een bevrijdende boodschap is, die vreugde brengt en ons bevrijdt ?
De armen zullen altijd onder ons zijn, dat is zo: zelfs als we alle structurele armoede uitroeien, zullen de loop van de natuur en het leven maken dat sommigen in nood zullen raken, en zullen we moeten ingrijpen. Overstromingen, aardbevingen en andere natuurrampen, de gevolgen van de klimaatverandering en door de mens veroorzaakte catastrofes zoals oorlogen en gewapende conflicten gaan het antwoord van de socialezekerheidsstelsels te boven. Hetzelfde kan gebeuren op individuele basis. ‘Caritas’ zal altijd nodig zijn.
En posities kunnen veranderen: het noodlot kan iedereen treffen. Er zijn mensen die getroffen worden door armoede – en anderen die dat niet meemaken. Maar we maken allemaal deel uit van Gods Mensheid. Wij delen allen dezelfde weg naar een meer integrale en humane wereld, die de contouren weerspiegelt van het Koninkrijk dat Jezus ons aankondigde.
Daarom kan er geen aparte categorie mensen zijn waar we verschillend mee omgaan: de armen. Wij helpen niet een specifieke categorie van mensen, die aan de kant staat: wij helpen sommige leden van onze ene, menselijke familie. Wij kunnen de armen niet "objectiveren", want wij vormen één gemeenschap.
Dit is precies de kernboodschap van de Werelddag van de Armen: het is de dag van de armen, waarop wij ons moeten realiseren dat zij onmiskenbaar deel uitmaken van onze gemeenschappen - en zelfs ook van ons eigen leven. Op die manier evangeliseren zijn ons werkelijk. Het is niet de Werelddag voor de Armen, waarbij zij recht zouden hebben op het zoveelste hulppakket.
Hét geschenk waar de armen op deze Dag van de Armen wel recht op hebben, is dat zij evenzeer deel uitmaken van Gods menselijke familie, allemaal schapen van de ene kudde, en dat allen hen als zodanig zouden erkennen en ook zo behandelen.
In de geschiedenis van Caritas hebben we een verschuiving gezien van 'voor de armen' naar 'met de armen', maar ook 'zoals de armen' (por los pobres, con los pobres, como los pobres). De armen zullen ons leren hoe.
Laat ons deze korte overdenking eindigen met het sterke beeld van de offergaven bij de Eucharistie, aan de hand van een diep inspirerende ervaring tijdens een viering in Salvador do Bahia in Brazilië, waar tijdens de offergaven een heleboel manden vol brood naar voren werden gebracht. Aan het einde van de eucharistieviering bleven alle mensen in de kerk en deelden eerst samen hun maaltijd; pas daarna werd het overgebleven brood mee naar huis genomen door degenen die er het meeste baat bij hadden.
Hadden zij meer mee naar huis kunnen nemen, als de meer welgestelden niet met hen hadden meegegeten? Zeker wel. Maar door samen te eten, maakten allen deel uit van dezelfde gemeenschap, in de tegenwoordigheid van de verrezen Heer, waardoor de Eucharistie haar ware betekenis kreeg. Ze waren gezalfd door de broederlijkheid van hun medeparochianen, waardoor zij een sterk gevoel van verbondenheid kregen, het soort voedsel dat blijft.
Laten we op deze Werelddag van de Armen echt delen, niet alleen geven, laten we echt omhelzen, niet alleen ontmoeten. Zodat de levende God altijd onder ons zal zijn op onze gemeenschappelijke reis. Zoals Paus Franciscus zijn boodschap besluit: ‘Hoe evangelisch zou het zijn als wij met volle waarheid zouden kunnen zeggen: ‘Ook wij zijn armen, want alleen zo kunnen wij hen werkelijk erkennen, hen deel laten uitmaken van ons leven zodat zij ons kunnen evangeliseren’…
Amen.
Bisschop Pierre Cibambo, CI Kerkelijk Assistent
Dominic Verhoeven, voorzitter van de Commissie Katholieke Identiteit