Parochie Sociaal
In 't kort
- eerstelijnsorganisatie in Antwerpen, bediend zo'n 230-tal gezinnen en alleenstaanden
- Dienstbaarheid vanuit ’presentiemethode’: een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt.
- Daarnaast ook materiële en financiële hulp waar mogelijk en nodig.
Dagelijkse werking
Het koppel Jef Sysmans en Lieve De Mol is vrijwillig coördinator van Parochie Sociaal. Samen met nog een 3 tot 5 vrijwilligers organiseren zij een presentie voor kwetsbare mensen uit het Antwerpse. Dat doen zij sinds de zomer van 2012 toen pastoor Paul Schelen het initiatief lanceerde. Er werden toen parochianen gezocht, om via een doorlopende opdracht regelmatige giften te doen, en vrijwilligers met empathie, tijd voor een luisterend oor en ook het nodige realisme die zich wilden inzetten. Sinds 2015 is Parochie Sociaal een onderdeel van vzw De Loodsen; ze zochten een vzw-structuur opdat ze alle inkomsten en uitgaven konden organiseren. Caritas Hulpbetoon steunt hun project: via ons krijgen donateurs aan Parochie Sociaal een fiscaal voordeel.
Jef: “In het begin waren het vooral mensen uit de Balkan die hier kwamen: mensen uit ex-Joegoslavië (Macedonië, Servië, Kosovo). Dat waren voornamelijk Roma. Daarnaast ontvingen we ook heel wat autochtone daklozen, maar deze mensen oriënteerden we naar andere organisaties binnen het Antwerpse die al langer voor deze doelgroep opkwamen. Pastoor Schelen hielp de mensen met geld van donateurs en uit eigen zak, maar ons publiek werd omvangrijker en die aanpak werd onhoudbaar. Dan hebben we ons dus geënt op de vzw structuur van De Loodsen en zijn er vrijwilligers bijgekomen.”
Lieve: “We hebben momenteel twee openingsdagen, op maandag en vrijdag. De mensen kwamen vroeger twee keer per maand bij ons langs. Omdat de groep is blijven groeien, mogen zij tegenwoordig nog één keer per maand langskomen. Maar we ontvangen hen natuurlijk ook in noodgevallen. Ze komen sinds corona op afspraak. Dat is beter dan hier soms drie uur te wachten in een rij in de hal, om het kleine beetje hulp dat we soms maar kunnen bieden.”
Doelgroep
Lieve: “Onze doelgroep bestaat momenteel uit zo’n 230 gezinnen en alleenstaanden. Daar zijn veel alleenstaande moeders bij. Drie vierde van onze doelgroep zijn mensen zonder papieren. Naast de Roma kwamen ook steeds meer mensen uit de Armeense gemeenschap bij ons aankloppen. We zien verschillen in hun noden.”
Jef: “De Armeense vluchtelingen die hier komen, hebben vaak spaargeld. Het zijn christenen die meestal uit godsdienstige en politieke redenen zijn gevlucht uit het westen van Armenië. Zij zijn al jaren in oorlog met de moslims uit Afghanistan. Het gaat om jonge gezinnen. Vaak gaat het om hooggeschoolden die snel weg zijn met het Nederlands.
De Roma uit de Balkan zijn dikwijls niet of nauwelijks geschoold en zelfs analfabeet. Het is moeilijk om deze mensen te richten, want als ze nooit scholing hebben gehad, is het nog moeilijk om een taal te leren of te wennen aan structuur en regelmaat.”
Lieve: “De problematiek van de Roma is complex. Vele Roma staan niet verder dan 20 jaar geleden. Ze hebben gekozen om hier te blijven, in schrijnende omstandigheden, want volgens hen was hun bestaan in hun land van herkomst nog onzekerder dan hier. Het probleem is dat ze hier gediscrimineerd worden, maar ook in hun land van herkomst worden ze afgestoten. Bovendien geraken ze hier ook niet verder, omdat ze in de illegaliteit verkeren. Veel van hun kinderen, die een diploma behaald hebben, willen werken, maar mogen dat niet. Allemaal wonen ze bij huisjesmelkers. In een grootstad vinden ze blijkbaar nog mogelijkheden om illegaal te huren in erbarmelijke omstandigheden. We doen daarom bewust verschillende huisbezoeken. De Roma-families die we ondersteunen, zijn heel ontvankelijk naar ons toe. Ze leven in een constante angst tegenover hun huisbazen: als ze niet teveel reclameren, worden ze gedoogd. We gaan langs als ze bijvoorbeeld bij een geboorte nood hebben aan een kinderbedje, of als er een conflict is met een huisbaas of als de waterrekening niet in verhouding is met hun eigenlijke waterverbruik. We nemen de mensen ook mee naar Engie Electrabel om een budgetmeter aan te vragen. We schenken hen dan elke maand 40 euro om hun kaart hiervan op te laden.”
Begeleiding
“Hier is plaats voor ontmoeting, sociale doorverwijzing en budgetbegeleiding. We helpen hen dan met hun facturen. Soms betalen ze deze niet, omdat ze niet verstaan wat er in de brief staat. Het is nodig hen aan te manen om hun facturen niet te laten liggen, want bij wanbetaling vraagt men na een half jaar soms het tiendubbele. We telefoneren met deurwaarders, onderhandelen rond afbetalingsplannen. We merken dat de gezinnen die een deurwaarder over de vloer hebben gekregen, een andere houding aannemen. Ze brengen hun facturen sneller mee naar hier opdat we hen erbij helpen.”
Lieve: “We maken hen wegwijs in het netwerk aan vrijwillige organisaties, het officiële vangnet van het OCMW en de sociale instellingen. We werken samen met tal van partners. Voor voedsel en kledij verwijzen we hen door naar het Onthaal Sint-Antonius. Voor voeding kunnen ze ook terecht bij Filet Divers. Atlas en De Loodsen verstrekken lessen Nederlands. We krijgen bij speelpleinwerking Koraal het sociaal tarief en betalen dit voor de kinderen die bij ons komen. Maar we verwijzen even goed door – en begeleiden de mensen soms mee naar – het Huis van het Kind, het CAW, Moeders voor moeders, OCMW Het Plein, … .”
“Onze inkomsten komen voort uit donaties van parochianen die een doorlopende opdracht ten voordele van onze vzw hebben. Bij huwelijken en begrafenissen in de Sint-Joriskerk krijgen we de omhaling van de pastoor. Bij doopsels roept de pastoor op om een gift aan ons te doen. Okra nodigt ons regelmatig uit om onze organisatie te komen voorstellen. Maar tijdens de coronacrisis waren er minder huwelijken en minder grote begrafenissen.”
Jef: “We willen in de eerste plaats respectvolle aandacht schenken aan de persoonlijke problematiek van de mensen, zonder medelijden te hebben, maar met empathie. Zo zien we dat het ook nodig is om regelmatig contacten te onderhouden met de scholen. Want de mensen durven er niet altijd te zeggen dat ze in armoede leven en de schoolrekeningen eigenlijk niet kunnen betalen. Ze zijn al blij als ze de boterhammendozen gevuld kunnen meegeven. Wanneer zij met hun schoolrekeningen dan naar hier komen, besluiten we samen om de school op de hoogte te brengen van de situatie, waarop de scholen in de schoolrekeningen snoeien. Maar soms moeten we de mensen ook wijzen op te hoge kosten omwille van naschoolse opvang en het nemen van warme maaltijden op school. Het vergt veel moeite om elke dag bij sociale organisaties langs te gaan om aan eten te geraken. Maar dat mag geen excuus zijn, al hebben we er wel begrip voor. De zorgen, de niet-vanzelfsprekendheid om basisbehoeften in te vullen, maar ook het gebrek aan perspectief en het wachten en hopen op iets dat misschien nooit zal komen, … zorgt bij veel van onze mensen voor angst en voortdurende stress. De thema’s zijn zwaar, maar we proberen af en toe ook wat humor in te lassen in ons samenzijn.”
Lieve: “We proberen de mensen levensmoed te geven. Als mensen zo lang moeten strijden om te mogen wonen en leven, zelfs de dagelijkse strijd om de invulling van levensbehoeften, dan raken zij ontmoedigd. Ze voelen zich dan ook sneller aangevallen. Zelfs binnen de sociale organisaties is er racisme, waardoor ze soms geen eten krijgen of maar als laatste wat kleren mogen kiezen. Bovendien zitten ze veel binnen, want buiten komen in een grootstad is niet fijn wanneer je geen geld bezit. Een café of winkel gaan ze niet binnen.”
Jef: “Eerst organiseerden we jaarlijks rond de Kerstdagen een inzamelingsactie van verzorgingsproducten: shampoo, douchegel, tandenborstels, tandpasta, zeep, … We maakten daar dan pakketjes van en deelden die uit. Ondertussen kunnen we het hele jaar door terecht bij een particuliere gulle schenker. Zo’n producten zijn een kleine vorm van luxe voor hen, want daarvoor konden ze alleen terecht bij de Voedselbank die hen een bidon aanbod met een all-in-one product: één allesreiniger.”
Enkele getuigenissen
Lieve: “Drie jaar geleden klopte hier op Kerstdag een Roma-vrouw uit Macedonië aan, Francesca*. Ze had melk nodig, zei ze. Ze heeft vier kinderen, toen een baby, en kinderen van 2, 6 en 8 jaar. Ik ben melk gaan halen voor haar. Toen ik haar een tweede keer had bezocht, heb ik mijn zus ingeschakeld om een buddy-rol op te nemen. Er was sprake van pure armoede, want zelfs in de basisbehoeften konden zij niet voorzien. Hun water was afgesloten en dus moesten de kinderen iedere dag met plastic flessen naar Park Spoor Noord om water te vullen. Zij kwam erachter dat de vader van de twee jongste kinderen een Belgisch paspoort had. Zodoende kreeg Francesca de Belgische nationaliteit. Ze woont nu op een mooi sociaal appartement, gaat werken en krijgt alimentatie. Mijn zus komt uit het onderwijs en heeft haar onderwezen. Ze onderneemt allerlei activiteiten met de kinderen, alsof het haar eigen kleinkinderen zijn. Ze heeft goede contacten met de school, helpt bij het huiswerk, gaat naar ouderbijeenkomsten, … Maar we botsen op onze grenzen: we zien het nut van een buddy, maar kunnen dit niet voor iedereen doen.”
Lieve: “We komen hier veel alleenstaande moeders tegen: de man is gedwongen teruggestuurd naar zijn land van origine, zit in de gevangenis of heeft het opgegeven om bij vrouw en kinderen te blijven en is dan teruggegaan of is elders zijn geluk gaan zoeken. Ik neem de moeders mee naar Dokters van de Wereld waar ze gratis anticonceptie kunnen krijgen. Vaak weegt het besef dat een kind handenvol geld kost niet op tegen de culturele norm dat kinderen een vorm van rijkdom zijn.”
Jef: “Jana* had dringend een cardioloog nodig. We hebben haar naar het ziekenhuis gebracht en daar kreeg ze na controle onmiddellijk een afspraak tot verdere opvolging. Jana was van Armeense origine. Haar man was een paar jaar eerder teruggestuurd naar Armenië. Haar dochter was met een Armeense man naar Dijon in Frankrijk verhuisd, had er twee kinderen gekregen, maar wilde bij haar man weg. Jana was erg ongerust over de situatie van haar dochter en vroeg ons of we haar in Frankrijk konden gaan halen. Dat hebben we niet kunnen doen, want dat zou mensensmokkel zijn. Maar die ongerustheid lag wel mee aan de oorzaak van haar hartproblemen.”
“Tatiana* is een Roma-vrouw uit Bosnië met vijf kinderen. Ik ging wel vaker bij haar thuis langs om te kijken of ze aan voedsel kon geraken en de dagelijkse noden kon invullen. Haar man was al eerder teruggestuurd, omwille van zwartwerk, maar na een tijdje stond hij toch weer hier. Door zijn hartfalen kreeg hij een medische waarborg. Tatiana deed tot drie keer toe opnieuw een asielaanvraag, maar die werd drie keer afgekeurd. Ik ging tot bij haar om de mogelijkheid van een vrijwillige terugkeer te bespreken. Zij en haar man wilden wel terugkeren, maar de kinderen hadden het er moeilijk mee. De school belde mij op, ze begrepen niet dat ik aanstuurde op vrijwillige terugkeer, want de kinderen deden het zo goed op school. Maar op een bepaald moment stopt het verhaal. Uiteindelijk zijn ze gedwongen moeten terugkeren.”
Contact
Parochie Sociaal
Pastorij Sint-Joris
Mechelseplein 24
2000 Antwerpen
Secretariaat Pastorij
T +32 (0)3 233 81 24
www.deloodsen.be/parochie-sociaal
www.sintjorisparochie.be/parochie-sociaal