Pigment
In 't kort
- Brusselse vereniging waar armen het woord nemen
- Focus op mensen zonder wettig verblijf
- Streeft naar een correcte beeldvorming en een betere toegang tot grondrechten
- Project Time-Out, eerst van vzw Begijnhofvrienden, daarna door KBS erkend als pilootproject van Pigment vzw: onderdak en begeleiding aan kwetsbare, dak- en thuisloze eenoudergezinnen zonder wettig verblijf. Juridische en administratieve begeleiding van de gezinnen en werken aan 'pre-integratie'.
Priester Daniël Alliët: “In 2015 ben ik gestart met het de vzw Begijnhofvrienden waarbij ik hulp wilde bieden aan de meest kwetsbare groep van migranten en vluchtelingen in Vlaanderen, namelijk thuisloze alleenstaande moeders met jonge kinderen. Ik wilde hen een tijdelijk dak boven hun hoofd bieden en hen ondersteunde om eerst rust te vinden om dan te kunnen werken aan hun toekomst. Ik werkte dan al samen met vzw Pigment, waarvan ik ook de voorzitter ben.”
Ronnie Tack, coördinator Pigment: “vzw Pigment is een Brusselse vereniging waar armen het woord nemen. Wij hebben ons gespecialiseerd in mensen zonder wettig verblijf. We willen de mensen zelf een plaats geven in de aanpak van hun persoonlijke probleem. We zorgen niet alleen voor voeding, opdat hun eerste noden zijn ingewilligd, maar we zoeken daarnaast ook naar structurele oplossingen voor maatschappelijke problemen en leggen daarvoor een heel traject af met de mensen zelf.”
Onderdak aan kwetsbare eenoudergezinnen
Daniël: “In 2015 al zijn we met vzw Begijnhofvrienden het project Time-Out gestart, met 4 vrijwilligers (waaronder ikzelf), om kwetsbare, dak- of thuisloze gezinnen, zonder wettig verblijf, huisvesting te geven.” Ronnie: “Deze gezinnen kunnen nergens anders terecht, ze hebben geen enkele vorm van inkomen en vaak ook geen vangnet in België.” Daniël: “Om na te gaan wie we het beste konden helpen, gingen we de straat op en boden een cursus van 3 dagen aan: ‘Waarom ben je naar hier gekomen? Hoe voel je je nu? Hoe zie je je toekomst?’ Op basis daarvan bekeken we wie in één van onze 5 appartementen terechtkon om daar ook verder door ons te worden begeleid.
Naast het aanbieden van een onderdak, hadden onze vrijwilligers a.h.w. een ‘buddy’-functie en voor sociaaljuridische kwesties verwezen we naar de bevoegde diensten, waaronder ook Pigment. In oktober 2021 werd het project door de Koning Boudewijnstichting erkend als een soort pilootproject van Pigment vzw, met steun van het Kinderarmoedefonds. Daarom gaven we de begeleiding van deze gezinnen door aan Pigment, opdat zij hen deskundig zouden kunnen begeleiden.
Als de mensen iets kunnen bijdragen, dan betalen ze een stukje huur. We zien dat ze hier rust vinden en daardoor aan hun toekomst kunnen bouwen. Want wanneer ze met hun hoofd in de stront zitten, kunnen ze niet nadenken. Ze hebben onze hulp nodig om op adem te kunnen komen.”
Ronnie: “De vijf appartementen liggen verspreid in de stad, dat is een voordeel, want dat maakt het eigenaarschap van hun eigen leven groter. De familie die het meest recent in het project is gestapt, was daar heel verbaasd over: ‘Mogen we daar alleen wonen, zonder ons steeds te moeten melden?!’ Maar nee, het is juist onze bedoeling dat de mensen de ruimte krijgen om hun eigen leven terug in handen te nemen. We proberen de bezoeken aan de mensen te beperken, maar de mensen kunnen wel steeds naar ons komen met vragen.” Daniël: “De buurt is meestal niet op de hoogte. Het zijn appartementen zoals ieder ander. Veel buren helpen onze bewoners met hand- en spandiensten.”
Juridische en administratieve ondersteuning
Daniël: “Veel vrouwen worden naar ons doorgestuurd door de vroedvrouwen van het Sint-Pietersziekenhuis van Brussel. Zij hebben de vzw Aquarel opgericht, waarbij ze zelf zorgen voor babykleertjes en babyspullen zoals een wieg. Zij weten ons te vinden wanneer vrouwen die bij hen komen bevallen nog niet over verblijfsdocumenten beschikken, maar wel in aanmerking komen voor een regularisatie. Want wanneer iemand geen kans maakt, gaan wij haar niet eeuwig kunnen onderhouden.”
Ronnie: “Wanneer de Dienst Vreemdelingenzaken een beslissing heeft genomen in een dossier rond een asielaanvraag en heeft geoordeeld dat het leven van de persoon niet in gevaar is, dan komt die persoon soms bij ons en dan bekijken we waarom die persoon hier wilt blijven. Er zijn vaak andere redenen, dan levensgevaar, die gelden, maar waar niemand oog voor heeft gehad. Op die manier hebben al 3 van de 5 mensen die momenteel bij ons verblijven een verblijfsvergunning verworven.
Als we een intakegesprek doen, gaan we kijken naar die aanknopingspunten die bepalen of de persoon een grote kans maakt om hier toch een verblijfsvergunning te bekomen. En dat werpt zijn vruchten af, als je de asielaanvraag met voldoende expertise en inzicht dan opvolgt. Bijvoorbeeld: Het gaat altijd om eenoudergezinnen, omdat ze extra kwetsbaar zijn, maar soms heeft één van die kinderen de Belgische nationaliteit, omwille van een Belgische ouder. De relatie is dan stukgelopen, maar het kind blijft wel Belg. De uitkomst is in zo’n geval juridisch helder, maar de weg ernaartoe is complex, met heel veel drempels, maar die kunnen ze overwinnen met hulp van onze experten.
Ons werk bestaat er eigenlijk uit om te komen tot een goed werkend model, dat ook in andere steden en andere structuren kan worden uitgerold. Daarvoor zijn we op zoek naar een aantal tendensen die ook in een andere context van toepassing zijn. Daarom is het ook belangrijk dat we bij onze doelgroep eerst een goede screening doen, om te kijken welke factoren in aanmerking zouden komen voor een regularisatie. Er is nood aan een geïntegreerde begeleiding van de gezinnen met oog op hun toekomst.”
Pre-integratie
Ronnie: “Het tweede luik van dit project ligt niet in de juridische en administratieve begeleiding van het eenoudergezin, maar dient om ook tijdens die vaak lange weg naar een regularisatie te werken aan een soort ‘pre-integratie’. Die mensen zitten in een wachtkamer van de maatschappij, ze vallen overal tussenuit dus ze kunnen ook geen formele stappen zetten om een opleiding te volgen of werk te vinden. Wanneer ze dan na het lange regularisatieparcours uit die wachtkamer komen en eindelijk kunnen deel uitmaken van de dynamische maatschappij, dan staan ze vaak nog altijd op het zelfde punt als bv. twee jaar daarvoor. Daar willen we dus vooral ook op inzetten tijdens het traject, zodat we bv. aan digitale vaardigheden werken, of de sociale capaciteiten van het gezin inzetten om vrijwilligerswerk te zoeken, of hen versterken door hen samen te brengen om gemeenschappelijke activiteiten te doen. We leren hen hoe ze moeten solliciteren, hoe ze alle voorzieningen voor de kinderen zullen moeten aanvragen, … om te vermijden dat ze na hun regularisatie in die armoede blijven hangen.”
Partners
Ronnie: “We werken ook samen met allerlei partners in het Brusselse. Sinds 2011 voorziet de overheid geen taallessen meer voor mensen die een regularisatievraag hebben lopen, dus daar vallen we terug op enkele kleinere vzw’s. We zoeken zelf naar een school voor de kinderen en doen de huiswerkbegeleiding. We helpen hen in het begin om de gewoonten hier te leren kennen, bv. ‘wanneer en hoe moet ik de vuilniszakken buiten zetten?’. Op ons wekelijks open huis, bieden we een juridische permanentie aan. We helpen hen ook in hun administratie. En we zijn er voor de mensen wanneer zij trauma’s hebben, maar verwijzen hen daar ook door gespecialiseerde diensten hiervoor.
Vrijwilligers uit de doelgroep
Ronnie: “We hebben bijvoorbeeld ook een werkgroep van gezinnen zonder wettig verblijf die wekelijks hun eigen voedselbedeling organiseren. Wij kopen voor hen een fietskar, waarmee ze naar de voedselbank en enkele firma’s kunnen gaan om voedsel op te halen. Het werkt emanciperend dat ze dat zelf voorzien, in plaats van dat wij dat voor hen doen. We willen de mensen zelf tools aanreiken en de kans bieden om een netwerk te vormen. We voorzien wel in de infrastructuur, zoals die fietskar, maar we maken hen wel eigenaar van zo’n project. We begeleiden de processen, en leveren niet louter een dienst. Dat ze zelf instaan voor de oplossingen van hun problemen, draagt wel bij aan hun eigenwaardegevoel.”
Daniël: “Rani* heeft pas onlangs, na vier jaar haar regularisatie gekregen. Eén van de dingen die haar in tussentijd staande heeft weten te houden, is dat ze hier op maandagen zelf is komen meehelpen aan de voedselbedeling. Als zij zelf willen meehelpen, geef hen dan de kans.”
Ronnie: “We kunnen ons werk niet zonder een heleboel vrijwilligers, en die vrijwilligers maken allemaal deel uit van onze doelgroep.” Daniël: “Ons open onthaal is normaal 2 keer in de week, maar door een noodzakelijke renovatie, momenteel 1 keer in de week. Dan koken de mensen voor henzelf en andere mensen.” Ronnie: “In dit onthaal organiseren we één keer in de maand ook een infosessie, bv. over rechten ten aanzien van de politie, of op medische zorgen. Wanneer we dan zien dat mensen de moed en de kracht vinden om hun probleem aan te pakken, nemen we hen eruit om mee verder op te volgen in een traject bij ons.”
Ronnie: “We zetten in op informatieverstrekking, maar ook op de reflectie daarop. Het betekent niks om informatie te verwerken, maar wel wat je ermee doet. Wat we proberen op gang te trekken, is ook een andere manier van denken. Maar welke keuze op basis van die reflectie maken, dat is niet aan ons.”
Beleidswerk met ervaringsdeskundigen
Daniel: “We verdedigen onze doelgroep ook in beleidsgroepen. Voor kinderen van mensen zonder wettig verblijf, geldt, gelukkig, ook de schoolplicht. Maar zij moeten het wel zonder middelen doen. Wanneer de ouders, die wachten op hun regularisatie, het schoolgeld niet kunnen betalen, staat de deurwaarder maanden later wel met de eis tot het betalen van een veelvoud daarvan aan hun deur. Een ander punt waarvoor we ijveren is een onmiddellijke tijdelijke vergunning bij dringend medische hulp. Zo kwam hier een man met ongelooflijke pijn aan zijn tanden, maar moesten we drie weken wachten op een vergunning opdat hij naar de tandarts kon gaan.”
Ronnie: “Als het beleid geen andere vorm aanneemt, en niet meerdere prioriteiten in beschouwing neemt bij een regularisatieaanvraag, dan moeten we ons werk voorlopig eindeloos blijven doen.” Daniël: “De overheid erkent, met dit pilootproject, dat er nood is aan een betere oplossing en vraagt ons de noden en mogelijke oplossingen te onderzoeken vanuit onze expertise. Een pijnpunt gaat zijn dat het moeilijk is om een woning te vinden voor een kwetsbaar gezin, maar dat je hen ook niet jaren op straat kan laten wachten op hun eventuele regularisatie.” Ronnie: “We werken ook samen met de Universiteit Gent aan een doctoraatsonderzoek om tendensen te kunnen blootleggen. Momenteel zien we een tendens tot doelbewuste uitsluiting door de overheid om te proberen om mensen te ontmoedigen om hier te blijven. Voorlopig zet die tactiek absoluut geen zoden aan de dijk en wordt de groep alleen maar groter. Als je de groep opsluit, met oog op een repatriëring kost dat zo’n 300 euro per persoon per dag. Onze werking kost maar een fractie daarvan en biedt de mensen perspectieven. Als je niets doet voor de doelgroep, dan kost het ook handenvol geld, want die mensen verblijven dan bv. in een daklozenopvang waar alle begeleiding ontbreekt, met stress, en zelfs dat kost meer dan ons project. Ons project is dus relatief goedkoop, maar voor onze organisatie zijn de kosten nog altijd wel hoog. De overheid draagt bv. alleen bij in de loonkosten. We zijn dus blij met de steun van Caritas Hulpbetoon en anderen.”
Ronnie: “De mensen beschikken vaak niet over voldoende inzicht en kennis om een afweging te maken waar het beste perspectief voor hen ligt. Daarom is de gespecialiseerde en onafhankelijke begeleiding van die mensen nu net essentieel. De overheid kan dit zelf nooit organiseren, want mensen zullen altijd het gevoel hebben dat de overheid hen in de eerste plaats wil terugsturen. Daarom zijn wij helaas nog broodnodig.”
Contact
Pigment vzw
Oppemstraat 54
1000 Brussel
www.pigmentvzw.be
info@pigmentvzw.be
T 02 3070073