De Wissel
In 't kort
- Voorziening bijzondere jeugdzorg in het Leuvense.
- Begeleidingsnetwerk voor kwetsbare jongeren en jonge gezinnen.
- Begeleidt meisjes tussen 14 en 21 jaar. Deze meisjes verblijven zowel residentieel, als thuis of alleen onder begeleiding van de Wissel.
Doelstelling
Sophie Janssens, afdelingsverantwoordelijke van De Switch, afdeling van De Wissel: “Jongeren die al een heel pad afgelegd hebben in de jeugdinstellingen, zijn niet aan hun proefstuk toe. Wij gaan samen na met de jongeren en hun familie waar zij naartoe willen.
We zijn een ‘CANO-beweging’: we doen een sterk beroep op het netwerk van de jongeren en op de samenleving. Vaak hebben zij heel wat breuken met het verleden, en verloopt dat niet zo evident. We willen jongeren terug connectie, context en een netwerk geven waar zij later ook nog mee verder kunnen. Daarnaast willen we de jongeren ook binnen de samenleving een netwerk geven, zodat zij, eens de hulpverlening stopt, toch een continuïteit ervaren en niet het gevoel hebben dat zij alleen komen te staan.
Per begeleiding bekijken we of de band met familie kan worden hersteld. Soms is er nog voldoende genegenheid en liefde, energie en wil om de jongere te ondersteunen. Dan gaan we er alles aan doen om hen terug in verbinding te brengen. Soms ligt de relatie met het oorspronkelijke gezin moeilijker en vraagt dat veel tijd, maar is er bijvoorbeeld een pleeggezin of zijn er andere betrokkenen zoals tantes en nonkels, grootouders, een leerkracht… We gaan met de jongere na wie de steunfiguren kunnen zijn. En hoe we hen in hun kracht kunnen zetten rondom de jongere.”
Historiek
“De Wissel is opgericht 1981. Toen sloot ‘De Goede Herder’ in Leuven: een home voor 'moeilijke meisjes', zoals dat toen noemde. De Wissel is daaruit ontsproten, als een ‘orthopedagogisch instituut voor meisjes in ernstige probleemsituaties’, in Leuven op de Tervuursevest. Daar hebben we nog steeds een afdeling ‘De Rotonda’. Later kwamen er nog andere vestigingen bij.
Momenteel heeft De Wissel 6 afdelingen, waarvan enkele samen met partners opgezet worden:
- ‘De Rotonda’ in Leuven sinds 1981 en ‘de Switch’ in Sint-Pieters-rode, sinds 2010. Beide begeleidingsinitiatieven voor adolescente meisjes en hun gezinnen.
- ‘De Shelter’ voor jonge kwetsbare gezinnen. Zij kunnen er opgenomen worden met het hele gezin en de baby. Dit sinds 2014 in Leuven.
- ‘Columbus’ in Leuven: een initiatief waar we vanuit positieve heroriëntering gezinnen begeleiden, sinds 2016.
- ‘Centrum Molenmoes’, sinds 2010, in Wezemaal: alternatieve dagbesteding, want de jongeren kunnen meestal niet naar school. Ze hebben teveel zorgen aan hun hoofd, en proberen er rust te vinden. Een plek waar veel gebeurt: bedrijven voor teambuilding, paardentherapie, touwenparcours, soepteam met de buren, ...
- ‘Overkop-huis’ sinds 2017 in Tienen: een inloophuis voor jongeren, voor jongeren die op zoek zijn naar een gesprek en fijn samenzijn met andere jongeren.
De Wissel is begonnen met één orthopedagoog, de directeur en drie opvoedsters. Zij zijn op zoek gegaan naar nieuwe inzichten die konden werken voor deze specifieke groep jongeren. Zo is het CANO-gedachtegoed ontstaan: het werken met de context van de jongere en de verankering in de samenleving daarvan. Ondertussen zijn we met een 80-tal collega’s en vele vrijwilligers.”
Dagelijkse werking
Sophie: “De afdeling De Shelter is een Centrum voor Integrale Gezinszorg. Ze doen dit niet alleen: het is een samenwerkingsinitiatief met twee partners, vzw Amber en vzw Monte Rosa. Ze vangen jonge, kwetsbare gezinnen op vanaf de zwangerschap tot het kindje 2,5 jaar is. De moeders kunnen daar dan verblijven met hun baby, eventueel samen met de papa, en krijgen er de nodige begeleiding in de opvoeding van hun baby.
De begeleiding is gericht op verschillende levensdomeinen: sociaal, pedagogisch, therapeutisch, administratief, psychisch, praktisch,… . Hoe moet ik dat doen? Waar kan ik terecht? Soms heel pedagogisch met raad en daad: hoe moet ik luiers verversen? Hoe moet ik mijn kindje voeden? Hoe kan ik een dagritme bieden aan mijn kindje? Wat is een veilige omgeving voor een baby? Ook praktische vragen komen aan bod. Waar kan ik terecht voor premies? Wat kan Kind en Gezin of het OCMW voor mij betekenen? Wie kunnen mijn steunfiguren zijn in de opvoeding van mijn kindje?
De Shelter is maar één van de 6 afdelingen. Iedere residentiële of niet-residentiële werking heeft een afdelingsverantwoordelijke. Zonder onze vrijwilligers zouden we weinig zijn. Hun aantal varieert afhankelijk van de periode tussen 50 en 100. Het zijn mensen die het verhaal van de jongere niet kennen: zo kunnen zij op een ongedwongen manier met de jongere aan de slag gaan. Als voorziening hebben we vrijwilligers nodig voor wat we willen realiseren. De budgettaire reden voor hun aanwezigheid is evident, maar misschien niet de belangrijkste. Vrijwilligers brengen iets heel anders in, zoals normaliteit. Doordat zij zomaar tijd besteden aan de jongeren en gezinnen, geven ze hen de boodschap mee: ‘Jullie zijn het waard voor ons!’.
Dat klinkt misschien raar, maar zelfs ik lees het dossier van de jongere niet, als hij/zij bij ons binnenkomt, opdat ze met een blanco lei kunnen beginnen. De begeleiders die de individuele begeleiding opvolgen, zullen meer uit het dossier kennen, maar zullen dit zeker ook niet helemaal uitspitten. Een jongere die bij ons komt wonen, zal wel besproken worden op onze teamvergadering, maar dan vanuit het principe: wat moet er geweten zijn om de veiligheid van de jongere en de andere jongeren in de groep te kunnen garanderen? We gaan ervan uit dat de jongere zijn eigen verhaal moet kunnen brengen, vanuit een vertrouwen. Wat ben je ermee dat er op de jongere een stempel plakt?”
We geven therapie aan de jongeren: groepstherapie en individuele therapie. We werken samen met een psychiater die supervisie en intervisie kan geven voor de mensen die met de jongere werken, en die zelf ook tot bij de jongere gaat indien nodig. We zoeken uit of we met de context (gezin, familie, vriendenkring, …) van de jongere op stap kunnen gaan. Heel vaak schakelen wij daarbij ook organisaties in uit de geestelijke gezondheidszorg, het JAC (een werking van het Algemene Welzijnswerk specifiek voor jongeren), ... Als het moeilijk loopt gaan we kijken naar projectwerking, i.p.v. time-outs in gemeenschapsinstellingen, proberen we te kiezen voor alternatieve time-outs, zoals bv. staptochten met een begeleider, … . Een time-out is een pauzeknop van enkele dagen of weken in de begeleiding, wanneer rust nodig is of wanneer het zeer moeilijk loopt, om nadien de begeleiding in de voorziening te hervatten. We kijken ook naar drughulpverlening. Waar we kunnen, verbreden wij.
We proberen steeds aansluiting te vinden bij de context van de jongere, met respect voor het tempo en de maat die de jongere en zijn gezin aangeven. Daar gaat soms veel tijd over, door dingen die zich afgespeeld hebben, niet uitgesproken kunnen worden, die eerst verwerking moeten krijgen. Ook de multiculturele samenleving speelt hier een rol. Zo mogen we soms beroep doen op sociale tolken of organisaties als OTA, hulpverleners met kennis van de cultuur, die mee de gesprekken voeren. Hulpverlening zoals wij ze hier organiseren, voelt voor sommige mensen vreemd aan. Het is dan zoeken hoe therapie, gesprekken rond seksualiteit, rond drughulpverlening kunnen.
Wij voelen dat, hoe hard het ook gegaan is in het gezin, hoe groot de breuk ook is, er toch vaak ook nog veel liefde is en de bereidheid blijft om samen met de jongere te zoeken naar verbinding. Naast veel boosheid en trauma's is er ook nog veel verdriet, begrip en schuldgevoel. Als we daar naartoe kunnen gaan, vinden we vaak terug lucht en ruimte om samen in gesprek te gaan. We proberen dan stap voor stap de jongere weer met zijn context te verbinden, maar altijd in samenspraak met de jongere en het gezin, bv. met weekendbezoeken. En er is altijd een weg terug: om de situatie niet op de spits te drijven, halen we eventueel de jongere gewoon even terug, om daarna de draad weer op te pakken.
Onze medewerkers worden op hun beurt ook geconfronteerd met zware verhalen en moeilijke situaties. We zetten daarom ook in op hun ondersteuning: afdelingsverantwoordelijke en twee trajectbegeleiders geven ondersteuning, in geval van agressie is er de mogelijkheid van therapie, de verantwoordelijke voor personeel en organisatie is opgeleid in coaching, er is een vertrouwenspersoon binnen de organisatie, elke medewerker heeft een opleidingsbudget, elke maand is er supervisie met de begeleider, er zijn wekelijks intervisie- en teammomenten, ...
Wat drijft jou in deze job?
Sophie: “Ik werk nu iets meer dan een jaar bij De Wissel. Ik ben onderwijzer van opleiding, heb dertien jaar bij een bank gewerkt en heb er managementfuncties uitgeoefend in een commercieel kader. Maar ik had de droom om bij jongeren te werken waar het wat moeilijker liep, vanuit het geloof dat geen enkel kind slecht geboren wordt. Iedereen begint met een blanco blad. Je kan maar de ‘malchance’ hebben niet goed omringd te zijn als kind of jongere. Vaak zit er onder de ruwe bolster van de jongere een goed hart.
Ik zou niet meer terug willen. Ons werk is soms zeer pittig. Maar het is zó mooi om te zien welke weg je met de mensen, die samen rond die jongere staan, kan afleggen. Wij betekenen vaak niet alleen veel voor de jongere, maar ook voor het gezin dat errond staat, ook al verloopt de weg naar verbinding soms echt ‘de processie van Echternach’. We krijgen er ook veel voor terug.
Het komt erop neer om de jongeren terug te laten geloven in zichzelf, in hun krachten en talenten. Ik zeg hen steeds: 'Wat je ook doet, ik ga je altijd graag zien, maar ik zie daarom niet altijd graag jouw gedrag.' Ik probeer te zorgen dat ze een veilige plek hebben, geborgenheid kennen. De jongeren vinden het moeilijk om zich open te stellen. Door hen toch die geborgenheid te blijven bieden door in hen te blijven geloven, komen zij er terug.”
Enkele getuigenissen
“Er zijn tal van succesverhalen. Nathalie* bijvoorbeeld was helemaal ontspoord. Zij had in gesloten instellingen gezeten, had nog weinig connectie met wie haar omringde, omdat het geloof kwijt was, er waren breuken met de ouders. Zij was bij een pleeggezin terechtgekomen, maar daar was het toch ook misgelopen. Zij kwam dan bij De Switch terecht. We zijn gaan zoeken hoe we de connectie konden herstelden met haar pleegmoeder. Die relatie hebben we kunnen herstellen. Zij had ondertussen een nieuwe vriend, dan zijn we nagegaan welke rol hij kon spelen. We hebben Nathalie in contact gebracht met onze werking waar men begeleiding biedt in het zelfstandig wonen. Zij heeft haar hobby's (gitaar) terug opgenomen, is teruggekeerd naar school. Ondertussen is ze op zoek naar een studio, maar zij woont momenteel, onder begeleiding, in een samenwooninitiatief in Leuven.
Annie* had geen context meer rondom haar. We gingen dan op zoek: wie kunnen we rond haar zetten? Hoe kunnen we haar in haar krachten zetten? Ze was zeer ongelukkig, had het gevoel alleen op de wereld te zijn. Sinds de leeftijd van 2,5 ging ze van instelling naar instelling, gewoon omdat de instellingen vaak maar gericht zijn op een bepaalde leeftijdscategorie. Dat is op een zeker moment misgelopen: ze is vaak weggelopen, op straat terechtgekomen, heeft er foute dingen gedaan... Maar dan kreeg ze een vriend, en het klikte goed met die familie. Het gezin van de jongen was zelfs bereid om Annie op te nemen in hun gezin. De relatie heeft niet standgehouden, toch blijft het gezin van die vriend achter haar staan. Nog altijd is het niet evident. Annie krijgt bijvoorbeeld nog steeds begeleiding. Maar ze heeft de school weer opgenomen en vindt bij het gezin een veilige plek waar ze kan wonen.
Soms loopt het ook bergaf, ook al hebben we het gevoel het onderste uit de kan te hebben gehaald. Iva* komt uit een Oost-Europees gezin waar ieder zijn eigen weg moest zoeken, volledig aangewezen op zichzelf. Iva kan er moeilijk over spreken. Ze heeft veel meegemaakt op straat en heeft thuis veel gezien. We horen haar steevast zichzelf het slachtoffer noemen, waarmee zij het geloof om er zelf wat aan te kunnen veranderen, verloren lijkt te hebben: ‘Het is mij allemaal aangedaan en het kan met mij niet meer goed komen’. We slaagden er niet in haar uit dat patroon te bewegen. Iva ging veel op de vlucht. Het was dan ook moeilijk om een relatie met haar op te bouwen, die noodzakelijk was om samen op weg te kunnen gaan. Ook het zware gebruik van drugs was hierin een grote hinderpaal. Er was een heel moeilijk en zwaar agressieincident, de veiligheid kon niet meer gegarandeerd worden. Een begeleider was een lange tijd werkonbekwaam. De jeugdrechter besliste daarop dat Iva terug moest naar een gesloten instelling. We zijn haar blijven begeleiden van op afstand. Nu staan we op het punt dat we binnen de Wissel terug aan het kijken zijn naar een andere plek dan de gesloten instelling. We willen de begeleiding niet stoppen en nemen die dus steeds terug op.
* Fictieve naam
Wat zijn dingen waar jullie op stoten?
We ontmoeten meisjes met een lange geschiedenis in de hulpverlening. Niet zelden waren ze al op meer dan vijf andere plaatsen. Het gaat dus om een hulpverlening die problematisch is verlopen. Vaak sleuren zij een hele rugzak mee. Zij hebben een heel parcours afgelegd en zijn al zo vaak afgewezen, ze hadden traumatische ervaringen. Soms brengt hun niet-welzijn hen in foute milieus. Maar laat ons vooral naar hen kijken als jongeren die hun weg zoeken, worstelen, geen welbevinden hebben.
Wat we van de jongere vaak terugkrijgen, is de boodschap: ‘ze spelen met ons, we worden van de ene naar de instelling gebracht. We moeten altijd opnieuw mensen leren vertrouwen, en we zijn al zo vaak in de steek gelaten’. Wij en de jongeren zijn op zoek naar continuïteit in de hulpverlening.
Er is gebrek aan plaats, de juiste plaats, voor de jongere. Een jongere wordt ergens opgenomen, omdat er nu net toevallig een plaatsje vrij gekomen is, maar dit is daarom niet de beste plaats voor die bepaalde jongere. Het is belangrijk dat er keuze is voor de jongeren en ze op een passende plek terecht komen. Maar even dikwijls kunnen we zeggen dat er geen plaats meer is voor de jongere in de samenleving, die geen verschillen meer lijkt te tolereren. We pleiten dus evenzeer voor een meer herbergzame samenleving.
Om het verschil te maken, hebben we nood aan extra middelen. Met de steun van bedrijven, organisaties en particulieren kunnen we iets ‘anders’ doen, kunnen we vernieuwen en sociaal ondernemen. Ieder die met ons meehelpt is mogelijk niet hulpverlener, maar alvast wel hoopverlener.
Wat zijn dingen die jullie positief verwonderen?
Het draagvlak en het enthousiasme, de ondersteuning die er is, het feit dat we beroep kunnen doen op Caritas Hulpbetoon, dat we zoveel vrijwilligers hebben, ... is hartverwarmend. We krijgen ook hulp van heel wat partners: zo is er het TRES-project met kunstenaars, de Troubadours: een muziekproject waar mensen zich inzetten om samen met onze jongeren muziek te maken. In de samenleving bestaat een groot draagvlak daarvoor. En die ontmoeting is zo belangrijk voor de jongere, we proberen zoveel mogelijk linken te leggen naar de maatschappij.
We moeten blijven geloven in de kracht van de jongeren en hun context. We moeten niet de pretentie hebben dat wij het doen voor de jongere. De jongere en zijn omgeving zijn krachtig genoeg om het zelf te doen. We wandelen alleen maar een stukje mee op dat pad, met onze ervaring en wat expertise. Maar wij hebben ook niet de wijsheid in pacht, de kracht zit hem in samen te wandelen.
Contact
De Wissel vzw
Tervuursevest 110
3000 Leuven
info@wissel.be
T +32 (0)16 28 49 44
www.wissel.be en www.canovlaanderen.be