In 't kort

  • Integratie en emancipatie van nieuwkomers in Brussel
  • Verschillende diensten die werken rond: interculturele bemiddeling, advies rond meertaligheid en opvoeding, een waaier aan activiteiten voor zowel jongeren als volwassenen gericht op ontplooiing en empowerment, naast dialoogactiviteiten die ontmoeting stimuleren.
  • o.a. ook dienst 'Roma en woonwagenbewoners'

Dagelijkse werking

Gabi Bala is coach van de stewards en bemiddelaars van de dienst Roma en woonwagenbewoners van Foyer vzw.

Gabi vertelt: “De Foyer is opgericht in 1969 als een regionaal integratiecentrum. Het ligt op het kruispunt van integratie en emancipatie van nieuwkomers. Er vallen verschillende diensten onder onze werking, die allemaal werken rond één aspect van integratie en emancipatie:

  • Roma en woonwagenbewoners
  • Interculturele Bemiddeling in de gezondheidszorg
  • Onze vrouwenwerking ‘Dal al Amal’ (huis van de hoop): een emancipatiehuis voor vrouwen: vrouwen komen er in contact met andere vrouwen, leren fietsen, zwemmen, krijgen taalcursussen, …
  • Atelier M: werking gericht op mannen, met sociale, culturele en educatieve activiteiten
  • Migratiemuseum (in de Werkhuizenstraat 17 in Sint-Jans-Molenbeek)
  • Meertaligheid: adviesgesprekken en workshops voor ouders die hun kinderen meertalig opvoeden
  • Jongerenwerking: o.a. studiebegeleiding in het Frans en Nederlands voor de kinderen, maar ook andere vrijetijdsbesteding
  • Brussel Integratie door Sport: sportactiviteiten

In onze dienst hebben we twee te onderscheiden doelgroepen: Roma (van Oost-Europa en Syrië) en daarnaast woonwagenbewoners.*

Van maandag tot donderdag is er permanentie van 14u tot 17u. Normaal staat de deur open en komen mensen zonder afspraak, want een afspraak maken, is een grote drempel voor hen. Sinds de corona-pandemie zijn we verplicht om wel op afspraak te werken. De telefoon en huisbezoeken blijven ook andere contactmiddelen. We werken hier vooral rond scholarisatie en toeleiding naar werk en begeleiden hen bij de randvoorwaarden. Komen de mensen met andere vragen, dan proberen we hen door te verwijzen naar een gespecialiseerde dienst (CAW Brussel, Espace Social Télé-Service, de balie van pro deo advocaten, het consultatiebureau van Kind en Gezin, de juridische dienst van Foyer, …). Het is de bedoeling dat mensen de verschillende diensten leren kennen en uiteindelijk zelf de stap zetten om ernaartoe te gaan.

Voor de Roma

We zoeken met de volwassenen naar werk binnen het ESF-project ‘Roma@Work’. Het project is een samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en Foyer vzw. Mensen die gemotiveerd zijn en zich willen engageren, helpen we om werk te vinden. Meer vrouwen dan mannen blijken interesse te tonen. Veelal betekent dat concreet dat ze eerst met een taalcursus starten en daarna eventueel een opleiding volgen. Voor dit project zijn twee ESF-trajectbegeleiders in dienst: één met Roemeense en één met Bulgaarse roots. Zij onderhouden o.a. de contacten met Actiris en de werkgevers.

Daarnaast focussen we er op de scholarisatie van de Romakinderen. Daarvoor werken we met interculturele bemiddelaars: Roemenen, Bulgaren, Syriërs (Dom gemeenschap), want ons personeel gaat hand in hand met de evolutie van de migratie in Brussel. De bemiddelaars onderhouden de dagdagelijkse contacten met de gemeenschap zelf en met de scholen en diensten waarmee de Roma in contact komen. Zij doen het eerstelijnswerk, met o.a. ook huisbezoeken. Ondertussen zijn we met 10 collega’s op deze dienst. Ik help bij de coördinatie en coaching van deze stewards en bemiddelaars.

Behalve met verschillende Nederlandstalige en Franstalige scholen en diensten in het Brusselse die met Roma kinderen en hun families in contact komen, werken we zeer intensief samen met een zevental Franstalige basisscholen. Zij houden ons op de hoogte van de niet-gemotiveerde afwezigheden. Op onze huisbezoeken confronteren we de kinderen en hun ouders dan met die afwezigheden. We krijgen ook informatie over de geplande oudercontacten. Dan gaan we actief de ouders mobiliseren en vergezellen hen mee naar de oudercontacten om er voor de vertaling te zorgen. We doen zelf geen huiswerkbegeleiding, maar zoeken wel naar plaatsen bij diensten die daarvoor gespecialiseerd zijn, bv. bij een andere dienst van Foyer of bij plaatselijke diensten in Schaarbeek, Molenbeek, Anderlecht, Sint-Joost, gemeenten waar veel van onze cliënten wonen. We werken erg persoonsgericht en bouwen een langetermijnsrelatie op met de persoon of het gezin, om zo het vertrouwen te winnen en de specifieke noden te begrijpen. Om die reden kunnen we helaas moeilijk werken met vrijwilligers, die zich meestal niet voor langere tijd kunnen engageren. We kiezen bewust voor medewerkers uit de gemeenschap zelf: zij kennen de taal, cultuur, normen en waarden. Ze wonen in Brussel te midden van hun eigen gemeenschap en gelden er als vertrouwenspersoon.

We hebben enkele ervaringen met discriminatie door scholen: we vernemen dat er plaats is, om, wanneer we erbij vermelden dat het om Romakinderen gaat, te horen dat er toch geen plaats is. Die gevallen kaarten we aan bij de Franse gemeenschap. We wijzen de families er op, dat, wanneer een school een inschrijving niet accepteert, zij het recht hebben om een weigeringsattest aan te vragen bij de directie, waarin die de reden van weigering dient te specificeren. Dat blijkt te helpen. We moedigen de mensen aan zelfstandig stappen te zetten, maar dan moeten we ook proberen te voorkomen dat er met hun voeten wordt gespeeld.

In het begin vroegen we financiële steun voor enkele Slowaakse families bij Caritas Hulpbetoon. Maar na een tijd ondervonden we dat dit wrong bij andere families: we moesten zeer goed kunnen beargumenteren voor wie we wel of niet steun zouden aanvragen. Dan zijn we gestopt met financiële steun op individuele basis. Maar we wilden wel iets doen voor de hele gemeenschap en zo krijgt onze kerstactiviteit al verschillende jaren de steun van Caritas. Er heerst dan een toffe sfeer: de moeders knutselen aan kerstkaartjes samen met hun kinderen, er is een bar met warme chocomelk, koffie, koekjes, fruit, frisdrank, een collega leest voor uit een Kerstboek, de kinderen doen een dansoptreden en nemen deel aan verschillende leuke creatieve ateliers.

Om zo een activiteit financieel te kunnen ondersteunen (voor ongeveer 350 kinderen) hadden we oorspronkelijk veel instellingen/winkels aangeschreven en in de beginjaren kregen we voldoende middelen hiervoor. Met dit geld konden we schoolmateriaal aankopen (schriften, kleurpotloden, pennen, pennenzakken, knutselmateriaal, …) als cadeau voor de kinderen. Het jaar waarin we aan de deur van Caritas kwamen kloppen, hadden we alleen van Colruyt 2 kg snoep gekregen. Maar door de pandemie is het kerstfeest, jammer genoeg, na 13 jaar enthousiasme, al voor het tweede jaar op rij niet kunnen doorgaan.

Voor de woonwagenbewoners

We beheren het referentieadres van woonwagenbewoners. Vóór 2006 was het niet toegelaten dat een vzw een referentieadres beheerde. In die periode had Foyer een overeenkomst met een priester in Anderlecht die zijn adres verleende als referentieadres voor de doelgroep. Alle administratieve en andere brieven kwamen aan op het adres van de man en daar ging ik de post dan één keer per week ophalen. Vanaf 2007 kon Foyer het adres van de vzw als referentieadres gebruiken.

We zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van de post. We hebben ook niet de bevoegdheid om de post zonder de toestemming van de mensen te openen. Maar wanneer zij ons de vraag stellen om voor hen iets te gaan bekijken, dan overloop ik met hen hun post. Vóór corona kon ik de mensen op het bureau ontvangen en nam ik de tijd om alles rustig met hen te doorlopen. Sinds corona gebeurt de begeleiding snel aan de deur. Die tijd was vaak nochtans nodig: de mensen zijn analfabeet of hebben weinig kennis van de Nederlandse of Franse taal, dus vulgariseerde ik de teksten, duidde ik de trefwoorden in fluo aan, wees ik hen op rekeningnummers, contactinformatie, datum en locatie van afspraken, enzovoort. Ik ken de woonwagenbewoners al 17 jaar lang. Die continuïteit hebben ze nodig: ik ken hun familiale situatie, hun werkcontext, hun activiteiten, dus ze hoeven niet steeds opnieuw situaties uit te leggen, vooraleer ze een antwoord krijgen op hun vragen.

Of we hen voldoende aanzetten tot zelfstandigheid, is een complexe vraag, dat een genuanceerd antwoord behoeft. De jongere generatie slaagt erin om zelfstandig dingen op te nemen. Maar de ouderen worden geconfronteerd met voor hen tal van moeilijke obstakels: een telefoon waar eerst een menukeuze moet worden gemaakt, het vakjargon van de brieven, terwijl veel onder hen analfabeet zijn, … Ze hebben sturing nodig. Opdat ze, wanneer ze thuiskomen, door mijn visuele aanduidingen in hun post én een fiche met alle afspraken en taken op een rijtje, mijn verhaal nog kunnen reconstrueren en daardoor nog weten wanneer ze waar een afspraak moeten nakomen. Bij mensen die het nodig hebben, bellen we hen dan nog eens op net voor de afspraak, opdat ze deze niet vergeten.

Een beetje geschiedenis

Vroeger was dit gebouw, gelegen te Mommaertsstraat 22, 1080 Molenbeek, het referentiepunt voor de gemeenschap. We hadden hier verschillende diensten van Foyer die steeds gespecialiseerde hulpverlening aanboden, dit in verschillende talen: een Consultatiebureau van Kind en Gezin, een Consultatiebureau Gynaecologie, een Sociale en een Juridische dienst, een dienst Interculturele Bemiddeling in Gezondheidszorg (met collega’s die Nederlands, Frans, Arabisch, Turks, Roemeens, Russisch, Albanees, Chinees,  spraken). Mensen konden gratis rekenen op onze diensten en vertrokken steeds met een antwoord, een piste, een eerste stap vooruit in een nieuwe richting. Maar door politieke veranderingen zijn de sociale en juridische dienst in andere diensten opgegaan (naar het CAW en het Agentschap Integratie en Inburgering). Eén medewerker binnen de Foyer volgt nog wel juridische vragen op.

Ik werk sinds 1997 bij Foyer, aanvankelijk op de dienst Interculturele Bemiddeling in de Gezondheidszorg, sinds 2005 op de dienst Roma en woonwagenbewoners. Ik heb gelukkig een mooie evolutie gezien. Gedurende de eerste 10 jaar, op de eerste dienst, kon ik amper volgen met de aanvragen van de mensen om hen te vergezellen naar huisartsenpraktijken en ziekenhuizen. Ze hadden mij nodig om de communicatie over hun ziekte te verzekeren. Op de dienst Roma en woonwagenbewoners was het omgekeerd: ze hadden mij niet nodig, scholarisatie was voor hen geen prioriteit. Ik moest achter hen aangaan: hen informeren, mobiliseren en sensibiliseren. We kregen meer werkmiddelen omdat de statistieken over de aanwezigheden in de scholen de problemen blootlegden. We konden meer bemiddelaars aanwerven en met meer scholen samenwerken. Vandaag de dag zijn de meeste Roma kinderen ingeschreven in scholen en meer ouders hebben Frans of Nederlands geleerd. Kleuters, die nog geen schoolplicht hebben, gaan toch steeds vaker naar school. Adolescenten schrijven zich vaker in voor een hogere opleiding. Ze komen er vaak niet voor uit dat ze Roma zijn, ze willen niet gestigmatiseerd worden, maar willen ‘blenden’ met de hele schoolgemeenschap. Romakinderen die bedelen op straat zijn een marginaal fenomeen geworden.

De noden zijn er niet op verkleind, want de groep Roma in het Brusselse is groter en groter geworden. Hun situatie is wel verbeterd: waar vroeger hele families samenwoonden in een huurappartement, zien we vandaag dat mensen vaak over een eigen appartement beschikken en sommigen een eigen bedrijf uit de grond stampen. Roma zijn ook meer en meer geschoold. De situatie van de woonwagenbewoners is soms frustrerend: het laatste decennium is het tekort aan terreinen voor woonwagens dramatisch. Tien jaar geleden waren er bijvoorbeeld nog een 5-tal terreinen in Anderlecht, die de mensen privé in handen hadden, waar ze woonden in hun woonwagens. Maar ze kenden de procedures niet, ze hadden geen vergunning om er een woonwagen op te zetten en hebben hun eigen terreinen moeten verkopen. Op de doortrekkersterreinen (in Vlaanderen zijn er slechts een drietal) mogen de mensen maar voor beperkte tijd staan, dus trekken ze rond, niet wetende waar naartoe en voor hoe lang. Voor die mensen is het onmogelijk om op een duurzame manier aan scholarisatie te werken, want ze smeden geen banden met de rest van de samenleving.

Enkele getuigenissen

We kennen een familie, waar de ouders een gevangenisstraf uitzitten en de vijf kinderen ondertussen een onderkomen vinden bij de oma. We probeerden telefonisch een plaats in een school te bemachtigen, maar de school verwees ons naar de wachtlijst. De oma is op een gegeven moment met de kinderen aan de schoolpoort gaan staan, totdat er bereidheid was om met haar te praten en de school toch nog plaats wist vrij te maken.

Gio** kwam hier hulp vragen om een pensioen aan te vragen (een IGO***). Ik verwees hem door naar de sociale dienst en later bekeken we samen het antwoord op zijn aanvraag. Hij bleek geen recht te hebben op een IGO. Hij had niet contractueel gewerkt en had geen recht op een pensioen. Maar hij vroeg mij om meer informatie en ik ging inlichtingen inwinnen bij de dienst. Uit zijn dossier bleek dat hij een aantal jaar geleden pas een groot bedrag had verworven bij de verkoop van een grond. Pas wanneer ik hem hiermee confronteerde, vertelde Gio me de context: zijn vrouw had kanker en dus ziekenhuiskosten, ook zijn zonen hadden financiële problemen. Hij moest het terrein wel verkopen om er de kosten mee te dekken. Zo werd hij opnieuw rondtrekkende. Ondertussen is zijn vrouw overleden. Gio zoekt nog steeds naar manieren om op een terrein te mogen blijven staan.

De aanleg van doortrekkersterreinen is een provinciale bevoegdheid, over residentiële terreinen beslissen de gemeenten. Voor de verwerving, inrichting en vernieuwing van een woonwagenterrein bestaan er Vlaamse subsidies. Helaas worden deze subsidies door gemeenten nauwelijks gebruikt om nieuwe woonwagenterreinen aan te leggen. Een terrein betekent namelijk werken met een groep die niet overal even gewenst is. Daarom doen we ook veel lobbywerk: we proberen de mensen met de juiste bevoegdheden bewust te maken van de problematiek en deze bespreekbaar te maken.

Zoals boven vermeld, werkte ik oorspronkelijk als bemiddelaar voor de dienst Roma en woonwagenbewoners. Na een tijd evolueerde mijn functie, deed ik minder eerstelijnswerk en  ging ik niet meer mee naar oudercontacten. Sporadisch spring ik toch nog in voor een bemiddelaar. Laatst kwam ik aan in een school en in de lange gangen zaten de ouders tot ze geroepen werden om de situatie van hun kind te bespreken. Ik stond ervan te kijken hoeveel Roma-vrouwen er aanwezig waren. Ik sprak hen aan, omdat ik dacht dat ze mijn ondersteuning konden gebruiken. Zij kenden mij en vertelden mij dat ze ondertussen wel Frans kenden, dat hun echtgenoten ondertussen zelfstandige ondernemers waren, dat ze geen hulp meer nodig hadden. De kinderen liepen school en hun ouders waren betrokken. Ik voelde mij als bemiddelaar bijna overbodig. Dit is uiteindelijk het doel van ons werk: ervoor zorgen dat cliënten autonoom hun weg in de Belgische maatschappij vinden. Met de nieuwkomers heb ik toen wel stappen richting bemiddeling/vertaling gezet.

Een paar jaar geleden kwam de wijkagent Jeanine** introduceren bij onze dienst. Jeanine is Roma en woont in Molenbeek samen met haar zes kinderen. Haar echtgenoot, Francis**, zat op dat moment een celstraf uit in de Verenigde Staten. Collega Gabriel is op huisbezoek gegaan en heeft de kinderen op een school kunnen inschrijven. We hebben het CAW betrokken om een verblijfsvergunning aan te vragen. We hebben haar ook opgenomen in het ESF-traject (zie supra): ze kon beginnen in een schoonmaakbedrijf in Asse, maar het vervoer ernaartoe was omslachtig. Ze kon niet altijd op tijd zijn, bevestigde niet altijd haar afwezigheid, viel zonder werk en verloor haar verblijfspapieren. We spoorden haar aan dat ze best aantoonde dat ze het meende, namen haar opnieuw mee in het ESF-traject en vonden in Brussel werk voor haar. Ondertussen mocht Francis de gevangenis verlaten en voegde hij zich bij Jeanine. Maar het scheelt hem weinig wat er met de kinderen gebeurt. Hij gebruikt het loon van Jeanine om uit te gaan en onderneemt niets om werk te bekomen. Jeanine had op steun gerekend, maar die kwam er niet. Zij staat volledig in voor de kinderen. Francis verblijft soms bij haar en soms weet ze lange tijd niet waar hij is. Ze is nog analfabeet, ook daar moeten we nog stappen ondernemen. Ze had tweedehands meubelen gekocht, maar deed er een huismijtinfectie mee op. Ze moest de meubels weer van de hand doen, alle kleren van de kinderen wegdoen en moest zelfs alle muren in haar appartement behandelen/herschilderen om van de infectie af te komen. Of de kinderen het goed doen op school? Een dochter van 17 jaar heeft zelf een kindje van 1,5 jaar. Een zoon van haar gaat niet vaak meer naar school. Maar de jongere kinderen doen het goed. Beetje bij beetje zetten we kleine stapjes. Een collega kon samen met het CAW haar verblijfspapieren in orde brengen. Nu kon ze een contract ondertekenen en daardoor kon ze een verblijfskaart bemachtigen en kindergeld ontvangen. Met kleine stappen vooruit moeten we ook tevreden zijn. Dat gebeurt met vallen en opstaan.

Waarom ik naar België kwam? Voor de liefde. Ik verliet mijn ouderlijk huis en mijn ouders in Roemenië om hier in België, in een nieuwe familie aan een nieuw hoofdstuk te beginnen. Dit heb ik gedaan. Ook professioneel. Al 25 jaar pendel ik dagelijks 3 uur tussen Oost-Vlaanderen en Molenbeek want Foyer is mijn tweede thuis in België geworden en mijn collega’s mijn tweede familie hier. Ik kon mij uiteraard geen betere, nuttigere carrière wensen dan hetgeen ik gedaan heb en nog steeds met veel enthousiasme doe: mensen van mijn eigen gemeenschap vooruithelpen. Samen stappen vooruit zetten.

* Ken jij ook niet het verschil tussen Roma, Sinti en woonwagenbewoners?  

** Fictieve naam

*** IGO, of Inkomensgarantie voor ouderen, is een uitkering voor 65-plussers die niet over voldoende financiële middelen beschikken.

Contact

Foyer vzwFoyer vzw
Werkhuizenstraat 25
1080 Sint-Jans-Molenbeek
T +32 (0)2 411 74 95

Dienst Roma en Woonwagenbewoners
Contactpersoon: Koen Geurts
Mommaertsstraat 22, 1080 Brussel
T +32(0)2 411 87 32

Andere organisaties die wij ondersteunen