Sint-Vincentius Genk - Zutendaal
In het kort
- verenigingen over heel Vlaanderen. Caritas Vlaanderen sprak de afdeling in Genk
- Sint-Vincentius Genk-Zutendaal telt meer dan 130 vrijwilligers die voedselpakketten, kleding, speelgoed, huisraad,... verdelen onder mensen in armoede uit Genk en Zutendaal.
- meer dan alleen materiële ondersteuning: focus ook op vrijetijdsbesteding, gezondheid en sociaal netwerk, het stimuleren van talenten
We spraken met Guido Vandebrouck, voorzitter van Sint-Vincentius Genk-Zutendaal. “De Sint-Vincentius verenigingen zijn een initiatief dat teruggaat tot in de negentiende eeuw, aangedreven door een broeder uit Parijs, Frédéric Ozanam. Onder het motto ‘geen woorden maar daden’, wilden de verenigingen iets doen aan het lot van de hulpbehoevenden. Die gedachte is ook overgewaaid naar België. Sint-Vincentius is hier vandaag goed uitgebouwd in Limburg, maar bestaat ook in de andere provincies. Hier in Limburg telt elke gemeente een Sint-Vincentiusvereniging, in Hasselt bv. zijn er zelfs zes. Dat is een sterkte, want we werken samen en leren van elkaar. We zijn geen vzw, krijgen geen subsidies. Onze opdrachtgevers zijn in de eerste plaats OCMW’s en gemeenten die ons de opdracht geven om kansarmen te helpen. We krijgen van hen wat materiële steun en een netwerk. Voor het overige steunen we op giften. Ons gebouw is in erfpacht van de Stad. We moeten, anders dan sommige andere Sint-Vincentius verenigingen, geen huur betalen. Drukwerk, vervoer, huur van een container, en andere logistieke steun krijgen we van de Stad. In ruil proberen wij tegemoet te komen aan de noden van onze doelgroep.
Mensen kennen ons vooral omdat we voedselpakketten uitdelen. Dat is ook één van de drie pijlers van onze werking. Ten tweede verdelen de meeste verenigingen ook tweedehands kleding. Hier bij Sint-Vincentius Genk-Zutendaal organiseren we een ruimere materiële ondersteuning, want armoede heeft vele gezichten. Daar waar we kunnen ondersteunen, doen we dat. In onze winkel verdelen we bv. ook huisraad, gordijnen, boekentassen en schoolgerief, luiers, schoenen,… maar dat vraagt van ons wel een grote inspanning. Onze derde pijler is ‘boost for kids’: we willen kinderarmoede tegengaan, of als ik het positief formuleer, willen we kinderrechten maximaliseren. Via de kinderen komen we in heel veel gezinnen terecht. We willen groeien naar een sterk merk verhaal; we zijn er voor gezinnen met kinderen en willen de mensen echt en terecht helpen.
Armoede vind je overal en is vaak verdoken. Het komt wel vaker voor dat mensen van Turkse of Marokkaanse origine bij ons hun voedselpakket komen halen met een Mercedes, tot verwondering van onze vrijwilligers. Uit zelfrespect hangen ze van zichzelf het beeld van een bemiddelde op. Maar vaak is het een familielid dat hen brengt. Soms bij het bedelen van de voedselpakketten aan huis, treffen we een groot huis aan, maar blijkt het binnen kaal. Voor het oog van de mensen zijn er velen die zich pijn doen. Wij oordelen dus niet, want de mensen die hier komen, worden naar ons doorverwezen door het OCMW. Het zijn overlevingskunstenaars.
Sint-Vincentius Genk-Zutendaal bedient een duizendtal gezinnen, en sinds het begin van de corona-pandemie zagen we dat aantal alleen maar sterk toenemen. We zien dat alleenstaanden met kinderen en grote gezinnen het hardst worden getroffen. Om die mensen te bedienen, kunnen we rekenen op een team van meer dan 130 vrijwilligers. (Bij de Sint-Vincentius verenigingen over heel Limburg gaat het samen om een duizendtal vrijwilligers.) Er zijn geen betaalde medewerkers. Die mensen zijn nodig om de winkel uit te baten, de voeding en materialen te sorteren, voedselpakketten te maken, voor het transport, … Per team (netwerk, textiel, winkels, vervoer, …) is er een verantwoordelijke aangesteld. Gelukkig vinden we nog veel mensen bereid, want het werk is divers: de winkel, het onthaal, de kassa, de administratie, het vervoer, het aanbrengen van de goederen, … maar met een gemotiveerd team kan er veel. Zonder die vrijwilligers valt onze werking in duigen. Een ploeg vrijwilligers, ik noem de groep Voca (vrijwilligers onthaal, communicatie en activiteiten) ontvangt en vormt nieuwe vrijwilligers en organiseert af en toe een barbecue of uitstap voor hen. Je kan vrijwilligers niets verplichten, maar je mag ze ook niet overbelasten. We waarderen hun werk.
Een tiental vrijwilligers houdt zich bezig met het zoeken van eventuele sponsors en het uitbouwen van een netwerk. Onze sponsors zijn bedrijven en service-clubs: voetbalploeg KRC Genk, een petroleumbedrijf in Genk, vroeger de Ford-fabrieken,… Elk bedrijf zoekt goede doelen. Ze nemen dan contact op met mij en blijken gevoelig voor onze kinderwerking. Soms krijgen we goederen, soms de opbrengst van een wafelenbak, soms promoten en organiseren ze mee een inzamelactie. Grote donaties trekken we open naar andere Sint-Vincentius verenigingen. Ik stel steeds voor zo’n bedrijf eerst zelf te confronteren met de realiteit, namelijk om mee voedselpakketten uit te delen. Ik nodig het management ook uit om een halve dag met ons te komen meedraaien. Zo kunnen ze inschatten of dit het is, waaraan ze willen schenken. Tegelijk leert het hen ook inzien wat armoede zou kunnen betekenen.
Corona maakt onze werking moeilijk. Het is moeilijker om de mensen te bereiken, want ze mogen niet meer binnenkomen. Bedrijven sponsoren minder, want ze hebben het zelf moeilijk. Vrijwilligers haken sneller af. Gelukkig ontmoeten we ook veel nieuwe vrijwilligers. Maar toch lijkt het of de sociale verwevenheid in de samenleving verzwakt.
Voeding
Met een doorverwijzingsbrief van het OCMW mogen de mensen hier één keer per maand een volle winkelkar komen halen. Om alle gezinnen te bedienen, organiseren we twee bedeeldagen per week. We verdelen op die manier tussen de 5.500 en 6.000 voedselpakketten per jaar, wat neerkomt op 15 ton voeding per maand.
Het OCMW Brussel krijgt van Europa voeding, naar rato van het aantal leefloners in een gemeente, en rekent erop dat Sint-Vincentius deze voeding verdeelt. Sint-Vincentius Genk-Zutendaal heeft volgens die cijfers recht op 60.000 l melk per jaar, maar we krijgen maar 20.000 l melk. Dan moeten we de overige 40.000 l zelf aankopen. Want we kunnen toch geen voedingspakketten geven zonder een aantal basisproducten, waarvan melk er één is. Een deel van onze doelgroep, van buitenlandse origine, eet omwille van geloofsredenen geen varkensvlees. Dan kopen we voor hen kip. Zo zijn er een hele resem uitzonderingen. Dat is voor ons een grote kost.
Met een ploeg van 20 vrijwilligers gaan we dagelijks naar de lokale Delhaize om er alle diepvriesproducten die de volgende dag niet meer in de rekken mogen liggen, op te halen. En die delen we dan uit. Jaarlijks halen we voor 100.000 euro op wat de Delhaize afschrijft. Helaas vormen diepvriesproducten bij heel wat mensen uit onze doelgroep een probleem: ze mogen maandelijks maar één keer een voedselpakket ophalen en hebben zelf geen diepvries om de producten in op te slaan, dus moeten ze noodgedwongen veel weggooien. Soms schenken mensen ons een diepvries of koelkast om door te geven aan onze doelgroep. Wanneer we deze dan weigeren, stoot dat op onbegrip. Maar vaak is dat een oud apparaat dat veel energie verbruikt. We kunnen niet stimuleren dat de mensen hun budget zien opgaan aan elektriciteitskosten.
De droogvoeding van Europa en de diepvriesproducten van de Delhaize proberen we ook aan te vullen met groenten en hygiëneproducten. Daartoe gaan we elke week met een groep vrijwilligers een resem groenten ophalen bij de Mechelse veiling BelOrta. Hygiëneproducten zoals tandpasta en shampoo kopen we zelf aan.
Voor de kinderen
Naar de doelgroep van de kinderen toe proberen we te werken rond vier pijlers: materiële ondersteuning, vrije tijd, gezondheid en het stimuleren van hun talenten.
Materiële ondersteuning
Bij een geboorte krijgen de ouders van ons babykledij. Voor de allerkleinsten organiseren we een luierbank, kinderen tussen 3 en 10 jaar krijgen een Sinterklaascadeau, aan meisjes tussen 12 en 18 jaar verdelen we gratis maandverband. Instappers in het kleuteronderwijs, kinderen die naar het eerste leerjaar of het eerste middelbaar gaan, krijgen van ons een nieuwe boekentas, dankzij een fabrikant die ons sponsort. We proberen bv. ook het lezen te stimuleren. We verdelen daarom gratis boeken, in samenwerking met uitgeverijen. Uitgeverij Clavis bv. schenkt ons ieder jaar nieuwe boeken. Aan ouders van kinderen van het derde tot en met het vijfde leerjaar schenken we bij de verjaardag van het kind een boekenbon van 20 euro. Het is de bedoeling dat de mensen zelf naar een boekenwinkel gaan om het boek te kopen, wij betalen hen achteraf terug. Op die manier vinden ze samen met hun kind de weg naar een boekenwinkel, iets waar ze anders, met hun beperkte budget, geen prioriteit aan kunnen geven. Kinderen tot 12 jaar groeien nog zo snel uit hun schoenen. Daarom geven we de ouders schoenenbonnen, opdat ze zelf schoenen kunnen gaan kopen. Maar evengoed spreken we schoenhandelaars en -fabrikanten aan of we hun eindereeks schoenen krijgen en doen we schoeninzamelacties. Die schoenen stellen we dan ter beschikking in onze winkel. We organiseren ook andere inzamelacties. Zo hebben we bv. aan een thuiswedstrijd van voetbalploeg KRC Genk een inzamelactie van hygiënematerialen mogen koppelen.
De mensen moeten voor alles ‘iets’ betalen, al is het maar 20 of 50 cent. Anders riskeren we dat mensen hamsteren in onze winkel, om onze producten later op de zondagsmarkt weer te verkopen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Maar dat geld wordt weer gebruikt voor andere acties, zoals bv. met Nieuwjaar wanneer elk gezin van ons een nieuw lakenpakket krijgt. Voor het voedingspakket betalen ze een symbolische 1 euro. Dat geld gaat weer terug naar de aankoop van voedingsmaterialen.
We krijgen veel giften, bv. van kleren, maar we moeten uitkijken dat we niet als alternatief voor een containerpark worden aanzien. We gooiden soms meer weg (omdat het kapot was), dan wat we in onze winkel legden. Daarom worden goederen nu op afspraak gebracht en aanvaarden we alleen materialen voor kinderen. We hebben een overeenkomst met de Kringwinkel om kledij die niet voldoet, als vodden aan hen te geven. Maar ook als de spullen voldoen, schenken we een deel weg. Speelgoed geven we vaak aan scholen, voeding aan Huizen van het Kind of andere verenigingen.
Vrije tijd
We werken samen met de Jeugddienst, met het Sportcentrum, met de Stad. Niet iedere Sint-Vincentius vereniging heeft een onthaal, hier in Genk hadden we dat vóór corona wel. Zo konden we op een laagdrempelige manier vragen naar de specifieke noden van de mensen: een voedselpakket, bij een geboorte kinderkledij, bij een verjaardag een boekenbon, …We onderhielden op die manier goed contact met de mensen, maar door corona is dat weggevallen.
We gaan op kamp met de kinderen. Want vakantie is ook een kinderrecht, terwijl sommige kinderen nog nooit op vakantie zijn kunnen gaan. Een vereniging van vrijwilligers kiest ieder jaar 40 kinderen uit onze doelgroep en gaat er een week mee op vakantie. Wij ondersteunen hen. We werken ook samen met het Jeugd Rode Kruis en betalen een deel van de vakanties. Dat doen we uit onze pot met geld van enkele sponsors. Door de Verhoogde Tegemoetkoming en onze tussenkomst, moeten de ouders dan nog maar een klein deel zelf bijleggen, opdat hun kinderen op vakantie kunnen. Dat is soms trekken en sleuren; zelfs als er maar 10 kinderen meegaan, zijn er dat 10 meer dan anders.
Van de Stad Genk krijgt iedereen met een verhoogde tegemoetkoming recht op de halve prijs voor inschrijvingsgelden voor sportkampen, cultuurcentrum, … Met Sint-Vincentius betalen we nog eens een vierde. De mensen moeten dus nog maar één vierde van de prijs zelf betalen. Maar we moeten die activiteiten toch zelf stimuleren, want mensen in armoede geven er veelal geen prioriteit aan. Daarom kiezen we zelf een aantal activiteiten uit: een aantal films en culturele voorstellingen, een bezoek aan C-Mine of de schaatsbaan, een zwempartijtje, … We stellen die activiteiten aan ons onthaal aan de mensen voor om te doen bij een verjaardag, tijdens een schoolvakantie, … Als zij dan op ons aanbod ingaan, kunnen zij de tickets gewoon bij ons kopen. We merken dat ze op die manier ook daadwerkelijk naar die activiteiten gaan. Want gratis tickets zomaar uitdelen, zonder de nood ernaar na te gaan, bleek daarentegen niet te werken. Ik heb zelf in het onderwijs gestaan en merkte daar dat sommige kinderen wegbleven van school op de dag dat zij verjaarden, omdat ze niet konden trakteren. Als iemand aan ons onthaal komt en we zien op de fiche dat zijn/haar kind gaat verjaren, dan zeggen we: ‘Organiseer een zwempartijtje of een filmbezoek. Wij betalen de tickets, het kind hoeft het niet te weten.’ Daarvoor zoeken we dan sponsoring.
Gezondheid en sociaal netwerk
We stimuleren vaccinaties en werken daarvoor outreachend: iemand van een andere organisatie komt daarvoor naar hier. We trachten ervoor te zorgen dat de mensen een ziekteverzekering hebben. We verdelen gratis hygiëneproducten (tandpasta, tandenborstels en shampoo). De Huizen van het Kind organiseren kindersessies na de schooluren en wij zorgen voor fruit en groenten opdat ze er samen met de ouders kunnen koken. Het BUSO De Wissel heeft door ons een overeenkomst met supermarkt Aldi om er gratis groenten op te halen voor hun kookopleiding. We bevoorraden scholen soms ook van voeding, opdat zij kinderen met een lege brooddoos, toch eten te kunnen geven.
We werken goed samen met de scholen hier in het Genkse. Op de website www.extrakansenopschool.be bieden we advies aan leerkrachten over het omgaan met kansarmoede op school. We schenken de (kleuter)scholen ook speelgoed. Dat is speelgoed dat aan ons wordt geschonken. Vroeger boden we dat speelgoed aan in onze winkel aan onze doelgroep, maar we merkten dat veel mensen in armoede dat speelgoed wel aankochten, maar geen geld besteedden aan batterijen, waardoor het grootste speelgoed ongebruikt achterbleef. Door het speelgoed aan de scholen door te geven, is het toch zinvol herbesteed. Scholen verzamelen dan weer in ruil één keer per jaar voeding voor ons. Als de school een vermoeden heeft van armoede bij een kind, dan kunnen ze het kind doorverwijzen naar ons en trachten we te helpen. Via de scholen komen gefundeerde hulpvragen binnen. Zo kunnen we helpen daar waar de noden het hoogst zijn. Bv. wanneer een kind geen busabonnement kan kopen of wanneer het CLB een doorverwijzing meegeeft naar een tandarts of logopedist, komen we tussen in individuele gevallen.
Stimuleren van de talenten
Lidgelden voor ballet, voetbal, Chiro, Scouts, … lopen gauw op. Op individuele basis kijken we wat we kunnen doen. Een vrouw uit onze doelgroep sprak me bijvoorbeeld aan over haar zoon: die had zijn eerste jaar voetbal afgerond, maar het lidgeld voor het tweede jaar (zo’n 500 euro) kon de vrouw niet opbrengen. Ik heb dan gebeld naar de voetbalclub: de jongen bleek talentvol en gedreven. We hebben een overeenkomst kunnen sluiten waarbij Sint-Vincentius en de club beide voor een deel van de kosten opkwamen, de moeder moest dan nog maar een deel betalen.
Hier in Genk wordt de Technologiebende georganiseerd. Die biedt workshops aan rond technologie en wetenschap aan kinderen en jongeren tussen 5 en 16 jaar. Maar na een jaar bleken alleen ‘supergetalenteerde techneuten’ te gaan. Het doel was mislopen. Met Sint-Vincentius hadden we de idee om ook kinderen uit kansarme gezinnen in contact te brengen met technologie en om scholen daarin te betrekken. Ondertussen hebben we alle scholen in het Genkse kunnen betrekken en laten we kinderen van het vijfde leerjaar, uit de doelgroep van Sint-Vincentius, elke zaterdagvoormiddag in de gebouwen van voetbalploeg KRC proeven van technologie. We zijn op zoek gegaan naar profielen en vonden een bedrijfsleider, architect, metselaar, … die op kindniveau wilden komen vertellen over hun beroep. De kinderen gaan evengoed op bedrijfsbezoek en we betrekken ook de ouders. We zijn dit project, TALim (Talenten Academie Limburg), opgestart in samenwerking met de universiteit UCLL, hogeschool PXL, Hart voor Limburg, op voorwaarde dat dit kon uitrollen naar de andere gemeenten in de provincie. Ondertussen hebben wij het project losgelaten, omdat het te groot werd voor de werking van Sint-Vincentius Genk-Zutendaal, maar we blijven wel betrokken in de werking.
Enkele getuigenissen
Ik kwam Fina*, een poetsvrouw die ik kende, jaren later tegen bij Sint-Vincentius. Ik vroeg haar verbaasd wat zij bij Sint-Vincentius kwam doen. Ze bleek, als alleenstaande, in te moeten staan voor haar twee kleinkinderen, omdat haar zoon en zijn echtgenote beide omgekomen waren in een accident. Ze had het niet meer breed. Het deed me beseffen dat je snel in armoede kan terechtkomen. We zorgden dat de kinderen mee op kamp konden met het Jeugd Rode Kruis. Eén van hen zit er nu in de leiding.
In het kader van het programma ‘Make Belgium Great Again’ hadden mensen geld ingezameld voor Sint-Vincentius. We kregen een heleboel kindercheques van 50 euro. Die cheques hebben we, nu tijdens de corona-pandemie, uitgedeeld aan de mensen. Francine* was één van de mensen aan wie ik hier, via het raam, een cheque mocht uitdelen. Zij reageerde dankbaar en vroeg of ze de cheque kreeg omdat haar dochter een beperking had. Ik gaf aan dat de cheques bedoeld waren om schoolmateriaal van te kopen. ‘Maar heb je misschien nog andere noden?’, vroeg ik. Ja, ze had buiten ons gebouw een bureaustoel zien staan en vroeg of die ook werd weggegeven. Een bedrijf had ons net verschillende bureaustoelen geschonken. En ja, ze mocht zo’n bureaustoel hebben. Ik bracht de stoel tot bij haar thuis, maar daar zag ik dat haar kind op een matras sliep in de living. Ik heb toen het beste eenpersoonsbed uit onze voorraad gezocht. De dankbaarheid van Francine straalde af op de vrijwilligers die haar het bed kwamen brengen.
De eerste dag dat ik voorzitter was, kwam er iemand aan ons loket. Hij vertelde dat hij het kolenkot van zijn vader had geleegd en vroeg zich af of we iets met die steenkool konden doen. Ik stemde in, tot verbazing van de andere vrijwilligers, want tot dan toe verzamelde Sint-Vincentius Genk Zutendaal alleen kledij. Terwijl ik de kolen in de fietsenstalling legde, vroegen ze zich af waar ik mee bezig was. Maar na drie dagen waren we de kolen kwijt. De mensen konden zich ermee verwarmen. Zo verzamelen we nu ook meubelen, huisraad, … We nemen al die materialen aan, opdat we, waar we kunnen, de mensen die er nood aan hebben, helpen.”
Caritas Hulpbetoon steunt Sint-Vincentius in het kader van haar winteractie.
Contact
Vincentius Genk-Zutendaal
Waterbleekstraat 20
3600 Genk
T +32(0)89 36 23 93
info@vincentiusgenk.be
www.sintvincentiusgenk.be