In 't kort

  • Woonzorgcentrum in Wezembeek-Oppem
  • Residentiële zorg, kortverblijf en dagverzorging
  • Assistentiewoningen en gewoon verblijf in het woonzorgcentrum

Een beetje geschiedenis

Jean-Paul Van Dam, directeur WZC Onze-Lieve-Vrouw, Wezembeek-Oppem: “Vroeger was er hier een kostschool voor Franstalige begoede meisjes, dat gerund werd door de congregatie Les Soeurs Servites de Marie. Met de federalisering van België kwam dat in het gedrang en zijn ze overgegaan naar een rusthuis voor vrouwen, die, zonder zelf gewijd te zijn, toch wel aansloten bij het religieuze leven. In 1986 namen ze contact met het bisdom omdat het coördineren van een rusthuis complex begon te worden door de ouder wordende populatie van de orde. Er is dan een vzw opgericht, waarbij mensen vanuit het bisdom en de gemeente samen hebben gebouwd aan de organisatie tot wat ze is op de dag van vandaag.”

Dagelijkse werking

Jean-Paul: “Vandaag is er in het rusthuis plaats voor 60 mensen, waarvan 41 met het statuut 'rust- en verzorgingstehuis'. Daarnaast zijn er ook 5 mensen in kortverblijf en is er ook een dagverzorgingscentrum voor 12 mensen. Daarnaast hebben we ook 58 assistentiewoningen. Dat maakt dat we in totaal een 145 cliënten hebben. Het profiel van die cliënten is zeer verschillend: in zorgafdeling 1 wonen mensen met dementie, zorgafdeling 2 is er één voor mensen met somatische zorgbehoeften (Dat zijn bijvoorbeeld mensen die moeilijk kunnen stappen, hartproblemen, en andere kwaaltjes hebben omwille van de ouderdom, maar verstandelijk nog helemaal mee zijn.). De benadering van die afdelingen is dus compleet anders.”

Assistentiewoningen

Jean-Paul: “Onze assistentiewoningen, of 'serviceflats' in de volksmond, zijn er wettelijk voor mensen vanaf 65 jaar. Maar de gemiddelde leeftijd hier is 89 jaar, dus veel mensen zijn een stuk ouder. We hebben helaas een wachtlijst van ettelijke maanden vooraleer je hier een plaatsje vindt.

De leeftijd van onze bewoners is zo hoog, omdat wij door de overheid worden gestuurd om meer zorgbehoevende mensen op te nemen. De overheid is zeer zwaar gaan investeren in de thuiszorg, dus mensen kunnen langer thuisblijven. Ik vind dat zeer begrijpelijk, ik zou ook graag zo lang mogelijk in mijn eigen huis blijven wonen.”

Gevolgen van de coronacrisis

Jean-Paul: “Sinds corona is er veel veranderd: veel mensen zijn overleden die tot de potentiële gebruikers van een woonzorgcentrum (WZC) behoren. En WZC zijn vaak negatief in de media gekomen, waardoor veel mensen kiezen voor thuiszorg zo lang als kan. Er zijn ook afdelingen in enkele WZC gesloten, door personeelstekorten. Ik sta hier zelf in verzorgingstenue, want er is iemand uitgevallen. Interims zijn er momenteel niet. De overheid doet haar best, maar de jobs raken niet ingevuld. In de coronacrisis is veel zorgpersoneel  gestopt, anderen hebben een burn-out opgelopen.

Het grootste aandeel van het personeel in de zorg zijn vrouwen. Mannen kiezen voor de meer technische kant van de gezondheidszorg: de dienst spoedgevallen of intensieve zorgen, het operatiekwartier, ... terwijl vrouwen meer voor het zorgende kiezen. Ongeveer drie vierde van de vrouwelijke verpleegkundigen die afstuderen, werkt na 10 jaar deeltijds, want in onze huidige maatschappij kiezen nog steeds vooral vrouwen voor het instaan voor de kinderen.”

Zorg op maat

Jean-Paul: “In onze assistentiewoningen bieden we zorg op maat. Iedereen is vrij om zelf te koken of te gaan uiteten. Het middagmaal kunnen de mensen nemen in hun flat of in het restaurant van het WZC. Het ontbijt en het avondmaal wordt hen in hun flat aangeboden, waarbij ze de keuze hebben tussen een normaal of een luxe ontbijt.

Werknemers van Sodexo koken hier ter plaatse. En onze bewoners krijgen elke dag de kans om de maaltijd te beoordelen. Wanneer Sodexo aan het eind van de maand geen 80% tevredenheid behaalt, krijgen wij een ‘penalty fee’: een gedeelte wordt van de factuur afgehouden. Op die manier laten we kwaliteit primeren.

Wij organiseren voor onze bewoners quasi alles. Is er een lamp stuk, dan komt de technieker langs. Hebben ze een poetshulp nodig, dan zoeken wij mee en kunnen wij de dienstencheques bestellen. We regelen thuisverpleging en verzorgen de medicatie. Wij staan ook in voor noodsituaties, bijvoorbeeld wanneer iemand valt.

We hebben een Nederlandstalige en een Franstalige psychologe in dienst, want ongeveer 20% van onze bewoners is Franstalig. Ons WZC ligt namelijk in een faciliteitengemeente. Ook in palliatieve zorg zorgen we voor een native speaker verpleegkundige. Taal is geen issue, iedere medewerker doet zijn best om iedereen in zijn/ haar eigen taal aan te spreken. Ons secretariaat is perfect tweetalig en alle communicatie gebeurt in de twee talen. Maar onder onze bewoners zijn er ook Europese expats die hier zijn blijven wonen. Terwijl wij alleen diensten in het Frans en het Nederlands aanbieden. Bij personen met dementie kan dat bijvoorbeeld een probleem zijn, want in een verder stadium van de ziekte blijft vaak alleen de kennis van de moedertaal over.

Om het contact tussen de mensen te bevorderen, bemannen we een cafetaria, ook al is dat een verliespost. Op de gangen zijn er zithoeken voorzien waar je gratis koffie kan krijgen. Er liggen kranten, er is een computer ter beschikking. We dragen bijvoorbeeld ook bewust geen post rond. De bewoners moeten hun post zelf aan de brievenbus komen halen. Het zijn plaatsen waar bewoners en familie elkaar ontmoeten.

Jammer genoeg hebben we ons dagcentrum moeten sluiten. Er is echt nood aan zo’n dagcentrum waar mensen samen aan activiteiten kunnen deelnemen.”

Vrijwilligers

Jean-Paul: “Voor corona hadden we een vaste ploeg van 45 vrijwilligers. Daar heeft de pandemie zwaar ingehakt. Ondertussen blijven ongeveer 15 mensen over. Mijn visie is: je kan geen zorgorganisatie bouwen op vrijwilligers, maar vrijwilligers zijn de kers op de taart. Vrijwilligers kunnen tijd maken voor een babbel, organiseren activiteiten (zoals Bingo) en één dag per week bemannen ze de cafetaria.”

Menswaardig omgaan met afhankelijkheid

Jean-Paul: “Achter fysieke noden zit vaak een persoon die worstelt met afhankelijkheid. Hoe ga je daar menswaardig mee om? De meeste van onze bewoners zien wel de noodzaak in waarom ze hier zijn. Ze zijn bijvoorbeeld thuis gevallen en hebben een tijdje op de grond gelegen vooraleer er hulp is gekomen. We willen hen hun zelfbeschikkingsrecht niet afnemen. Waar mogelijk kijken we of we hen meerdere mogelijkheden kunnen aanbieden, bijvoorbeeld over het tijdstip van de maaltijden, welke maaltijd, wanneer en hoe ze verzorgd willen worden. Via onderhandelde zorg trachten we steeds tot een consensus te komen. We hebben natuurlijk ook onze professionele verplichtingen. Zo was er een bewoner die zich niet wilde laten wassen, maar zij was incontinent en riskeerde zo doorligwonden en huidirritatie. Omdat ze hier niet in toegaf, ook niet na gesprekken met onze psycholoog, heeft zij voor een ander WZC gekozen. Maar dat is een uitzondering. Normaliter komen we steeds, in dialoog, tot een oplossing die voor ieder past.”

Projectsteun Caritas Hulpbetoon

Jean-Paul: “We kregen eerder al de hulp van Caritas Hulpbetoon bij het project ‘Fade out’ met het Heilig Hart College. Samen met de leerlingen van deze middelbare school maakten onze bewoners kunstwerken. De schilderijen hangen in de gangen van het WZC ten toon. We vinden zo’n intergenerationele activiteiten erg succesvol en belangrijk. Caritas Hulpbetoon steunde ons ook om een bibliotheek uit te bouwen met info over de achtergrond van dementie, bedoeld voor familieleden van onze bewoners met dementie. Binnenkort willen we een nieuwe projectaanvraag indienen om de leefbaarheid binnen het WZC te verhogen.”

Contact

WZC Onze-Lieve-VrouwWZC Onze Lieve Vrouw
JB De Keyzerstraat 35
1970 Wezembeek-Oppem
T +32 (0)2 731 27 39
T +32 (0)2 731 07 26
http://wzc-olvrouw.be/ 

Andere organisaties die wij ondersteunen