In het kort

  • Opgericht in 2015: fusie van Efrem vzw en Tussenstap vzw
  • Biedt algemene hulpverlening en schuldhulpverlening aan zelfstandige ondernemers
  • Economisch, juridisch, financieel, psychologisch en psychosociaal advies en begeleiding op maat van de ondernemer
  • Onafhankelijke organisatie
  • Werkt samen met o.a. Unizo en de OCMW’s

Een beetje historiek

Dirk Verschoore van Dyzo vzw: “In 1997 richtten we in het bisdom Brugge de organisatie Efrem op. De ambitie was van bij het begin om de organisatie over de grenzen van West-Vlaanderen uit te bouwen. In 2006 begon Unizo met een ander initiatief in hetzelfde kader: Tussenstap. Waar Tussenstap rekende op de zelfredzaamheid van de zelfstandigen, ging Efrem verder. Tussenstap verstrekte advies en informatie via een website en een centraal telefoonnummer. Efrem was eerder een begeleidingsdienst aan huis. Verhalen beluisteren en maatoplossingen bieden, was de opzet van Efrem.”

“De beide organisaties werden in 2010 en 2011 erkend door de Vlaamse Overheid in het kader van het flankerend economisch beleid dat opgevolgd werd door het Agentschap Ondernemen (nu VLAIO: Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen). Maar gaandeweg wilde de Vlaamse Overheid één aanspreekpunt voor de kleine ondernemingen in moeilijkheden. Er werd sterk aangedrongen op samenwerking en dit werd uiteindelijk een fusie. Dit is Dyzo vzw geworden. Begeleiding op maat én kwalitatief goede informatieverstrekking moesten er beide aan bod komen.

Aanvankelijk was Dyzo niet bereid om de tak schuldhulpverlening van Efrem over te nemen. Daarom werd na de fusie de vzw-structuur van Efrem omgebouwd tot ScHulp vzw die enkel nog inzette op schuldhulpverlening. Aangezien ondernemers niet terecht konden in de klassieke schuldhulpverlening met als sluitstuk de Collectieve schuldenregeling, werd gebouwd aan een alternatieve schuldhulpverlening met als sluitstuk de Wet op de continuïteit van de onderneming. Maar in 2017 drong VLAIO er toch op aan dat Dyzo ook schuldhulpverlening zou aanbieden. Na overleg werd ScHulp ingekanteld in Dyzo die nu dus  algemene hulpverlening en schuldhulpverlening aanbiedt aan zelfstandige ondernemers en kleine vennootschappen.”

Dirk Verschoore: “hart voor zelfstandigen vanuit mijn jeugd”

“Mijn passie voor het thema zelfstandige ondernemers gaat terug op een jeugdtrauma. Ik woonde in mijn jeugd op een kleine boerderij in Ingelmunster. We lagen ingesloten, dichtbij de bebouwde kern. Uitbreiding was niet mogelijk.” Aan het woord is Dirk Verschoore, diaken en bestuurslid van Dyzo. Hij vervolgt: “Iedere legislatuur hadden investeerders, gesteund door de toenmalige burgemeester wel plannen met onze boerderij: onze activiteit moest plaats ruimen ofwel voor een woonwijk, een speelplein en sportinfrastructuur, dan wel weer voor een bedrijfsterrein. Die druk bleef maar aanhouden. Maar onteigenen was blijkbaar een te dure kwestie. Daardoor kreeg mijn vader ook geen middelen om elders opnieuw te beginnen en konden we niets anders dan ter plaatse verder boeren. Maar om ons gezin weg te krijgen, liet de gemeente ons huis tot 4 maal toe onbewoonbaar verklaren. Dan zouden we wel moeten verhuizen en de grond vrijgeven. Er was maar één manier waarop we konden reageren: met een procedure voor de Raad van State. Zo’n procedure nam telkens 4 jaar in beslag. We besteedden een fortuin aan advocaten. Mijn vader kon het op den duur niet meer aan. Hij ging er psychisch aan onderdoor, waarop ik de procedures verder ben gaan opvolgen. Elk van deze rechtszaken hebben we gewonnen. Na ruim 18 jaren van onzekerheid over de dag van morgen en de laatste procedure, konden we in een marathonzitting met de tegenpartijen onderhandelen en kregen we een vergoeding die net genoeg was om een huis te kopen in Lendelede, het dorp naast Ingelmunster. Daar hebben mijn ouders hun oude dag doorgebracht.

Ik ben maatschappelijk werker en had de ambitie om ontwikkelingswerker te worden, maar mijn vrouw vond dat we ook hier goed werk konden doen. We leerden elkaar kennen in de studentenparochie van de Katho in Kortrijk. Tijdens mijn studententijd lag ik in 1979 al mee aan de basis van Emmaüs vzw, een vereniging die daklozen huisveste. Ik woonde er ook in gedurende een drietal jaren, tussen de daklozen. Omwille van de grote nood aan opvangplaatsen groeiden we zeer snel. Toen ik in 1993 uit deze sector stapte om tijd te vinden om met de opleiding tot permanent diaken te beginnen, telden we al 180 opvangplaatsen voor daklozen, verspreid over Kortrijk, Luik, Ieper, Gent en Komen. Onder invloed van de Vlaamse Overheid – die de intramurale en ambulante zorg meer op elkaar wilde afstemmen – zijn de Vlaamse opvangcentra ondertussen ingekanteld in de CAW’s. De afdelingen van Emmaüs in Wallonië bestaan nog steeds autonoom.

Dagelijkse werking Dyzo

“Dyzo biedt kosteloos economisch, juridisch, financieel, psychologisch en psychosociaal advies en begeleiding op maat van de ondernemer. Via een telefoonpermanentie op 0800 111 06 ontvangen we dagelijks tientallen oproepen. Wanneer telefonisch advies niet volstaat, geven we de vraag door aan een adviseur die regionaal werkt en vaak ook aan een vrijwilliger met specifieke ervaring en kennis in een bepaald vakgebied. De adviseur gaat dan ter plaatse of nodigt de hulpvrager uit naar een ‘zitdag’, meestal in een OCMW. In coronatijden evolueerde dit in belangrijke mate naar videoconferenties. We merken sinds jaar en dag dat ondernemers vaak (te) lang wachten om hulp te vragen zodat we enkel nog kunnen begeleiden naar een stopzetting of faillissement. Indien de onderneming nog wel levensvatbaar blijkt, kijken we waar we kunnen bijsturen: kosten verlagen en omzet verhogen, de prijszetting bijsturen, de manier van werken aanpassen, de administratieve opvolging verbeteren, nacalculatie invoeren,… Maar meestal is hier ook al sprake van een schuldenput. Daar begint de schuldhulpverlening. We onderhandelen dan bijvoorbeeld met schuldeisers voor een uitstel van betaling of betaalplan. Budgetbegeleiding betekent dat de ondernemers vervolgens zelf de betalingen opvolgen. Indien Dyzo dit gedeeltelijk moet overnemen via haar derdenrekening, spreken we van budgetbeheer. Maar vaak lopen betaalplannen vast op wat wij noemen de schuldenspiraal. Vorderingen die bij advocaten en gerechtsdeurwaarders terecht komen, lopen enorm op door kosten, intresten, schadebedingen,… Uiteindelijk gaat alle winst naar het betalen van deze bijkomende kosten en wordt er geen vooruitgang meer geboekt in het afbetalen van de hoofdsommen. Dan rest er niets anders dan bij de ondernemingsrechtbank bescherming te vragen tegen de schuldeisers via een procedure gerechtelijke reorganisatie. Daarbij kunnen intresten en kosten stopgezet worden en de betalingen op de hoofdsommen gespreid morden over 5 jaren. Een door de ondernemingsrechtbank gehomologeerd betaalplan werkt als een soort renteloze lening, weliswaar opgedrongen aan de schuldeisers. Maar deze verklaren zich daar vaak mee akkoord, omdat zij ook weten dat de kans groot is dat de onderneming anders failliet gaat en de schuldeisers niets meer ontvangen.

Dyzo heeft momenteel een 187 akkoorden met OCMW’s of gemeenten (ongeveer de helft van de OCMW’s en gemeenten). De OCMW’s erkennen zelf niet de kennis noch de ervaring te hebben om zelfstandigen te begeleiden en doen hiervoor een beroep op Dyzo. We krijgen op jaarbasis een 3000 nieuwe hulpvragers. Daarnaast blijven velen gedurende langere tijd in begeleiding. De instroom komt niet alleen vanuit de OCMW’s, maar ook de website www.dyzo.be en diverse stakeholders zoals boekhouders en advocaten.

De OCMW’s erkennen zelf niet de kennis noch de ervaring te hebben om zelfstandigen te begeleiden en doen hiervoor een beroep op Dyzo.

Dirk Verschoore

Diaken en bestuurslid van Dyzo

De Vlaamse Overheid verleent ongeveer 40% van onze middelen, een andere 40% komt van de samenwerking met de OCMW’s/gemeenten en de resterende 20% halen we op met fondsenwervingsacties. Momenteel zijn er 12 mensen in dienst. We hebben ook 8 kernvrijwilligers die hetzelfde werk verzetten als een adviseur: ze nemen verantwoordelijkheid voor begeleidingsdossiers en zoeken oplossingen op maat. Daarnaast sluiten ook een 30-tal vrijwilligers aan. Deze worden specifiek ingeschakeld naar hun kennis en ervaring. Het gaat hoofdzakelijk om gepensioneerde ondernemers, voormalige bankmedewerkers, gepensioneerde boekhouders, maar ook bijvoorbeeld mensen die een psychosociale rol opnemen of administratief werk verrichten. Dyzo is continu op zoek naar vrijwilligers die ook intern opgeleid worden. Nieuwe vrijwilligers krijgen een tweedaagse basisvorming. Daarnaast zijn er ook vormingsmomenten naargelang de noden en naargelang de wetgeving evolueert. Adviseurs en kernvrijwilligers brengen het veldwerk mee op de teamvergaderingen waar ze uitwisselen en elkaar versterken. In maandelijkse casebesprekingen per regio worden dan weer met alle vrijwilligers de cases besproken waar zij vastlopen of vragen rond hebben. Vanuit die concrete problemen formuleren we minstens jaarlijks beleidsaanbevelingen aan VLAIO  en aan politieke mandatarissen. Een belangrijke realisatie in dit verband is bijvoorbeeld het overbruggingsrecht. Het was een overwinning voor de gefailleerden dat er een uitkering tot stand kwam, wanneer zij niet konden aansluiten op werkloosheid of ziekteverzekering. Dit overbruggingsrecht is ondertussen uitgebreid naar ondernemers die moeten afrekenen met gedwongen stopzetting. En in de coronacrisis werd dit middel aangegrepen om ondernemingen die (grotendeels) moesten sluiten financieel te ondersteunen.

Caritas Hulpbetoon steunt Dyzo bij het aanbod van een noodfonds: een fonds voor dringende noden. Dit komt bijvoorbeeld tussen met beperkte bedragen om een kwartaal sociale zekerheidsbijdragen in orde te maken zodat gelijkstelling ziekte mogelijk wordt, om het contributierecht voor het Centraal Register Solvabiliteit te betalen wat bijvoorbeeld nodig is om een procedure gerechtelijke reorganisatie te kunnen aanvragen. Soms is ook een toelage nodig om een uitvoerend beslag op roerende goederen tegen te gaan om zo wat tijd te winnen voor meer structurele oplossingen,…

In coronatijd

“Met de coronamaatregelen zagen we in 2020 en 2021 een daling van het aantal hulpvragen tegenover 2019 en 2018, wat op het eerste zicht verwonderlijk leek. Het waren dan vooral mensen die ondersteuning vroegen bij het aanvragen van premies. Ook mensen die in de laatste jaren al bij ons in begeleiding waren en een doorstart konden maken, kwamen opnieuw aankloppen bij ons. Maar rond mei 2020 werd het hier eerder rustig. Het mindere aantal hulpvragen had te maken met het overleven op steunmaatregelen, maar ook met het feit dat er niet actief ingevorderd werd door belangrijke schuldeisers zoals FOD Financiën en RSZ, alsook door het feit dat OCMW’s tijdelijk geen zitdagen hielden. Veel ondernemers verliezen zich weer in uitstelgedrag zolang ze niet gedwongen worden om actief naar oplossingen te zoeken.

Maar sinds eind 2021 gaat het aantal hulpvragen toch weer in stijgende lijn. Nog steeds kunnen bepaalde sectoren niet of nauwelijks aan het werk. Dan spreek ik in de eerste plaats over de culturele sector, de evenementensector, de horeca en de kleinhandel. Ik vrees dat het ergste nog moet komen. De hoop dat ze het nog konden redden, is voor velen stukgeslagen.”

Enkele getuigenissen

“Jos* was bouwaannemer. Hij was eind de 50, had 6 mensen in dienst. Hij bleef te lang bij de oude manier van bouwen stilstaan: hij had zijn eigen personeel, veel eigen materiaal. De personeelskost is zwaar. Hij had vooral werk voor scholen en kloosters. De architecten waarmee hij hoofdzakelijk samen werkte, werden ook al ouder, gingen met pensioen. De instroom van projecten daalde zienderogen. Door een aantal tegenslagen bouwde hij schulden op. Hij zou in elk geval mensen moeten ontslaan, hij leunde aan tegen een faillissement. Toch kwam het niet zover. We waren het faillissement aan het voorbereiden. Maar ik had contact met een grote bouwgroep en zij zochten bouwvakkers. Het gebeurt wel vaker dat ondernemingen met ons contact zoeken omdat ze personeel zoeken. Ze zoeken mensen met ervaring, met de nodige know how. Nu ja, we zijn erin geslaagd om Jos in contact te brengen met die bouwonderneming. Hij is er nu ploegbaas, met zijn equipe van weleer. Hij stopte met zijn zelfstandige activiteit en de vennootschap werd vereffend.

“Het koppel Peter* en Martine* baatte met franchiseovereenkomst twee winkels van dezelfde keten uit. De winkel van Martine was winstgevend, maar met de winkel van Peter verliep het anders. Peter leed onder de druk van het ondernemerschap en raakte alcoholverslaafd. Hij verwaarloosde de winkel en bouwde schulden op. Er kwamen veel klachten van klanten, waardoor hij uiteindelijk het contract met de fanchisegever verloor. De winkel van Peter werd afgestoten. De ene winkel moest nu de schulden van de andere winkel dragen. Daar had het koppel wel tijd voor nodig. Ze konden de schulden niet afbetalen met de druk van de deurwaarders. Aan de hand van de procedure van gerechtelijke reorganisatie lukte het wel. Die procedure biedt hen de mogelijkheid om de schulden in 5 jaar tijd renteloos terug te betalen. De relatie van Peter en Martine hield stand. Peter vond na zijn ontwenningskuur terug werk, zelfs opnieuw bij dezelfde keten. Hij is er nu ad interim, als vervanger voor franchisehouders of hun personeel dat in (ziekte-)verlof is. Hij had immers nog steeds de kennis en ervaring om zijn job naar behoren te doen.”

“Frances* baatte twee kledingwinkels uit in dezelfde winkelstraat in een badstad. Daarvoor werkte ze met personeel. Voor de ene winkel betaalde ze 5.000 euro huur, voor de andere, een groot handelspand, moest ze maandelijks 11.000 euro huur neertellen. De huur, samen met de loonkost van haar personeel, viel haar zwaar. Na een relatiebreuk en problemen met de werknemers besliste Frances om de winkel met de hoge huur op te geven. Aangezien ze er huurschulden had opgelopen, besliste de verhuurder een deurwaarder in te zetten. We wilden een procedure gerechtelijke reorganisatie opzetten voor haar vennootschap én voor haarzelf. Voor beide, want vanaf 1 mei 2018 vallen mandatarissen van vennootschappen ook onder het toepassingsgebied van Boek XX van het Wetboek Economisch Recht en kunnen zij dus een procedure gerechtelijke reorganisatie aanvragen en ook een faillissementsprocedure doorlopen. Om zo’n procedure te kunnen indienen, is een attest van bijstand van de boekhouder nodig. Maar haar boekhouder heeft hieraan zijn medewerking niet willen verlenen aangezien zijn factuur niet betaald was. Nochtans zouden de procedures gerechtelijke reorganisatie er net voor gezorgd hebben dat de druk van de schuldeisers wegviel en Frances zijn rekening kon voldoen.

Ondertussen vroeg de deurwaarder een betaling in een bepaalde schuld van 2.000 euro. Frances kon slechts 1.000 euro voorleggen. We konden uiteindelijk, met nog 500 euro steun uit ons noodfonds, een bedrag van 1.500 euro voorstellen bij de deurwaarder, wat aanvaard werd. Maar nog voor we een antwoord kregen, is de deurwaarder er opnieuw beslag gaan leggen voor een andere schuldvordering. De maat was vol en Frances zag het niet meer zitten. Uiteindelijk heeft de deurwaarder toen de helft van haar winkel leeggehaald. Waarom de helft? Enerzijds om zijn klant, de verhuurder tevreden te houden. Anderzijds om een faillissement te vermijden, want dan zou hij niets meer kunnen bekomen. De deurwaarder hoopte dat Frances de winkel nog verder zou uitbaten, opdat hij kon blijven druk zetten tot afbetaling van de achterstallige huur van het andere (opgeheven) pand. Frances was echter een gebroken vrouw. Ze was erg aangedaan en zag in dat ze zo niet meer verder kon. Ze besloot om met onze ondersteuning het faillissement aan te vragen.”

* Fictieve naam

Beelden: Dyzo.be

Contact

DyzoDyzo
Willebroekkaai 37
1000 Brussel

info@dyzo.be
T +32 (0)800 111 06
juridische helpdesk: T +32 (0)902 12 005

Andere organisaties die wij ondersteunen