Armoede blijft een dagelijkse strijd, er is geen pauzeknop om even aan te ontsnappen

16 oktober: ‘World Food Day’. 17 oktober: Werelddag van Verzet tegen Armoede. Het zijn twee dagen die we niet zomaar aan ons voorbij willen laten gaan. Op deze dagen wordt wereldwijd extra aandacht gevraagd om de strijd tegen armoede en sociale ongelijkheid aan te gaan. Dat is broodnodig, want het probleem is hardnekkig en treft vele mensen. Tegelijk moeten we de aandacht voor dit probleem blijven verderzetten, ook na 16 en 17 oktober. Armoede is en blijft dagelijks een harde realiteit voor veel volwassenen en kinderen. Het is een voortdurende strijd waar iedereen in de samenleving zich van bewust moet zijn. Maatregelen en structuren die sociale ongelijkheid veroorzaken en in stand houden, moeten en kunnen veranderd worden. Onze samenleving is maakbaar. Caritas Vlaanderen zet zich in om het hele jaar door en met zoveel mogelijk mensen en partners werk te maken van een menswaardig bestaan voor iedereen.

Je zou de link met België misschien niet direct leggen, maar ook hier zijn er mensen die moeite hebben om in de meest elementaire noden te kunnen voorzien. De armoede in Vlaanderen is hardnekkig en betrof pre-corona al jaren zo’n 11% van de Vlamingen1, of meer dan 1 op 10 dus. Wat veranderde de Covid-pandemie aan deze situatie? “De schok van corona doet zich disproportioneel voor in de onderste helft van de inkomensverdeling”, concludeerde COVIVAT over 2020. Over 2021 blijven we nog even in het ongewisse, al schatte de Europese Commissie wel al in dat de armoede in België zonder maatregelen zo’n 3% en met maatregelen 1% zal toegenomen zijn. Dat zien we ook terug bij de voedselbanken die de vraag nagenoeg konden bijbenen.2 De vraag naar minimuminkomensregelingen (leefloon of sociaal integratie-inkomen) en sociale bijstand bij sociale bijstandcentra groeide. Nieuwe profielen klopten aan bij de OCMW’s. Meer mensen namen aan schuldbemiddeling deel. Allemaal indicatoren van toenemende armoede. 

De overheid reageerde met een resem steunmaatregelen. Maar wanneer we de armoede in Vlaanderen willen beperken, dan zullen we dringend het structureel beleid moeten versterken. Want met tijdelijke maatregelen (opschorting van betalingen, tijdelijke prijsverminderingen, …)3 alleen creëren we voor de lange termijn alleen nog maar meer noden. Dat zegt bijvoorbeeld ook Wim Van Lancker, armoedespecialist aan de KULeuven, en geeft in dat kader een aantal beleidsaanbevelingen, zoals het ondersteunen van private huurders (wachtlijsten sociale huur afbouwen), investeren in activering en opleiding, inkomenssteun verlenen aan kwetsbare gezinnen, en nadenken over de doelmatigheid van lastenverlagingen. 

Caritas Vlaanderen tracht de overheid bij te staan, door vanuit diverse werkgroepen de noden in kaart te brengen. Tijdens de Covid-pandemie maakten wij bijvoorbeeld deel uit van de Taskforce kwetsbare gezinnen. Op dit moment bouwen we aan een nieuwe werkgroep rond dak- en thuisloosheid met de verschillende sociale actoren. Daarnaast bundelen we praktijkvoorbeelden, zoals bijvoorbeeld in onze publicatie ‘Gezinvol Ondersteunen’, of doen wij eigen onderzoek aan de basis, zoals ons rapport ‘Dubbel Taboe’ over menstruatiearmoede.  

Om onze doelstelling, naastenliefde en de bevechting van armoede, te behalen, doen wij een beroep op het lokaal funderen van onze naastenliefde. We helpen mensen om de eerste stappen te zetten in het (re-)integratieproces in de samenleving, door hen te helpen bij hun administratie en hun educatie, door hen te helpen aan een woonst en aan werk. We coördineren daartoe enkele lokale initiatieven zoals de Lübecksite in Gent, of de Referentieadressen en het Listening center in Antwerpen.  

We ondersteunen met onze operationele werking Caritas Hulpbetoon armoedeorganisaties, waaronder ook deze die voedselhulp aanbieden, denk maar aan Punt 32 in Brussel, Café Anoniem in Hasselt, het onthaal Sint-Antonius in Antwerpen, of KRAS in Gent. Die voedselhulp staat er niet op zichzelf, maar is gekoppeld aan sociale begeleiding: het bekomen van andere sociale rechten, of acties tot het bekomen van werk, een opleiding of een woonst. 

 “Vandaag zien we echter in toenemende mate mensen door de mazen van het vaak lokaal ingebedde professionele, rechtengeoriënteerde hulpverleningsnet vallen, waar een welvaartsconditionaliteit (zoals werkbereidheid als voorwaarde tot ondersteuning) in sluipt. Deze worden opgevangen door de 'liefdadigheidseconomie', bezet door informele actoren die opereren in de schaduw van de publieke welvaartsarrangementen.”, zegt Caroline Vandekinderen, postdoctoraal onderzoeker aan de HOGent, erover. In hoeverre moeten wij met Caritas Vlaanderen die mazen in het net opvangen? Vanuit onze christelijke inspiratie stellen wij ons beschikbaar om de meest kwetsbare mensen in de maatschappij op te vangen en vooruit te helpen. Maar die hulp mag niet geïnstitutionaliseerd worden in een liefdadigheidseconomie waar de overheid zonder meer op rekent. Of volgens Caroline: “Het gaat over de verhouding tussen de duurzame verankering van sociale rechtvaardigheid aan de hand van structurele maatregelen enerzijds en de broodnodige remediërende interventies om ad hoc de effecten van armoede te verzachten anderzijds”.  

Ten slotte willen we nog benadrukken dat in alles wat Caritas Vlaanderen doet, we steeds een hoopvol perspectief op de toekomst willen bieden. Armoede is een groots groot en hardnekkig probleem, maar tegelijk moeten we het geloof en vertrouwen om dit te veranderen blijven voor ogen houden. We moeten gezamenlijk onze verantwoordelijkheid nemen een menswaardig bestaan realiseren voor elk mens, elke dag opnieuw. 

Caritas