Vorig jaar woonde ik in een andere stad, in een ander land, en deed ik heel andere dingen met mijn leven. Maar bij toeval kwam ik meer te weten over het Europees Solidariteitskorps, een door de EU gefinancierd programma dat Europese jongeren in staat stelt ervaring op te doen in een vakgebied naar keuze. Ik besloot Italië te verlaten en kreeg de kans om als Europees vrijwilliger bij Caritas ervaring op te doen. In Italië was ik gewend aan het werk van de academische wetenschap, waar gegevens en cijfers vaak vóór de persoon komen waarmee ze verband houden. Maar hier bij Caritas Vlaanderen voel ik me meer op mijn plaats: ik voel me zinvol op een plek waar de mensen centraal staan.
Ik werk binnen mijn team aan een pilootproject rond pedagogische ondersteuning aan Rom-jongeren: 'Letterkaravaan'. Onze doelgroep zijn kinderen die om verschillende redenen nog nooit naar school zijn geweest. Daarom missen ze de basiskennis die ze nodig hebben om zich te ontwikkelen in de moderne maatschappij.
Omdat ik mijn vrijwilligerswerk combineer met een master Onderwijskunde, kan ik de nieuwe kennis direct in het veld toepassen. Toch is het een hele uitdaging omdat veel onderwijstechnieken hier niet toepasbaar blijken in deze context. Met behulp van een leerlinggerichte aanpak ontwerpen we activiteiten die geschikt zijn voor de kinderen in deze Rom-context. Het vergt veel creativiteit en flexibiliteit en vooral menselijkheid, want uiteindelijk doen we ons best om iets goeds voor hen te doen.
In de kern gaat het over opvoeding in precaire omstandigheden. Via ons project Referentieadressen peilden we naar de interesse van families om hun kinderen te laten deelnemen aan ons educatief project. Daaruit vloeide de samenwerking voort met twee families die in Anderlecht wonen en deel uitmaken van een grotere gemeenschap van Belgische Roma.
We bezoeken deze 7 kinderen tussen 4 en 11 jaar één keer per week in hun caravan. De kinderen hebben beperkte lees- en schrijfvaardigheden: ze hebben moeite met lezen en als ze al kunnen lezen, interpreteren ze de tekst niet gemakkelijk en begrijpen ze de informatie niet goed. Maar hun behoeften zijn niet beperkt tot kunnen lezen en schrijven. Niet naar school gaan, geen deel uitmaken van een sociale leeromgeving, heeft hen de kans ontnomen om andere, bredere cognitieve vaardigheden te ontwikkelen. Geheugen en creativiteit zijn maar een paar van die vaardigheden; samen met een gebrek aan motorische coördinatie (papier knippen en origami maken zijn uitdagende taken).
Ons team creëert pedagogisch materiaal en activiteiten die zijn afgestemd op hun behoeften. We plannen doelen, bespreken ideeën, maken spelletjes en gaan naar de caravans om ze les te geven. Elke keer is een andere ervaring, een ander soort interactie, een tijd voor ontdekking, want onderwijs is echt altijd een interactie, een uitwisseling; een dialoog om samen kennis op te bouwen.
We zien verbeteringen, vooral bij de jonge kinderen. De letterherkenning is sterk verbeterd en ze hebben het alfabet beet. We gaan nu verder met de lettergrepen. Ook merken we gedragsverandering: ‘alsjeblieft’ en ‘dank je wel’ zijn woorden die we steeds vaker beginnen te horen. De kinderen zijn altijd enthousiast om ons te verwelkomen, voor hen zijn onze bezoeken een aangename afwisseling van de routine en een van de weinige contacten met de buitenwereld van hun gemeenschap.
Aangezien dit een pilootproject is, hopen we dit experiment verder te kunnen structureren en uit te breiden naar andere gezinnen en Roma-gemeenschappen in België. Met de steun van het De Warmste Week Fonds kunnen we het project voorlopig continueren.
Mijn tijd hier zit er bijna op, maar ik ben Caritas en haar medewerkers dankbaar voor deze kans en voor het maken van een verschil tijdens een ervaring die me zoveel geeft op professioneel en persoonlijk vlak.
Massimiliano Festuccia
Europees vrijwilliger