In 't kort

  • vrijwilligersorganisatie
  • onthaal, ontmoeting en een warme maaltijd
  • administratieve begeleiding, ontspanningsactiviteiten
  • deelwerking van KRAS

Context

Ria Van Overbeke, vroeger parochieassistente, nu vrijwillig coördinator: “Marcel Demeyer was een geëngageerd pastoor van de Regenboogkerk Sint-Antonius van Padua, ik was toen parochie assistent. Op het ogenblik dat hij hier pastoor werd, was er geen sociaal werk in de buurt. Hij had een groot hart voor vluchtelingen en vreemdelingen en organiseerde wel drie keer een kerkasiel in het kerkgebouw. Er zongen vier koren: twee Congolese, een Filipijns en later ook een Latijn-Amerikaans. We organiseerden met de parochie ook maandelijks een multiculturele viering met nadien een gratis maaltijd. Tegen het einde van de mis schuifelden er dan enkele dak- en thuislozen binnen om mee aan te zitten aan tafel. En pastoor Demeyer startte ook met een sociale dienst, ‘De Sloep – Heirnis-Macharius’, die ik, naast mijn werk als parochieassistente, vrijwillig coördineerde.  In 2002 werd de parochie Sint-Macharius toegevoegd aan de pastorale eenheid. Daar lag ‘Onze Thuis’ waar ze al aan voedselbedeling deden. Omdat we voor onze voedselbedeling EG-producten wilden bestellen, moesten we een vzw worden. Onze Thuis en De Sloep werden toen samengevoegd tot de vzw ‘De Sloep - Onze Thuis’, maar bleef verdeeld over twee locaties: in de Zalmstraat 2 en in de Kasteellaan 435. Vanaf 2018 werden alle activiteiten gecentraliseerd in de Kasteellaan en eind 2020 werd de vzw hernoemd tot ‘De Sluis Onze Thuis’. De sluis is een symbolische plek, waar je een tijdje kan aanmeren. Zo lang je er bent, mag je er thuis zijn. Te allen tijde kan je weer uitvaren, hopelijk een stapje vooruit.”

Dagelijkse werking

Ria: “De Sluis Onze Thuis is een deelwerking van KRAS en een Welzijnsschakel in Gent. We bieden een warm onthaal en op de middag een warme maaltijd. Er is onthaal op iedere weekdag van 9u tot 16u. Voor de middagmaaltijd betaal je 3 euro of wat haalbaar is. Daarnaast is er administratieve ondersteuning en organiseren we socio-culturele activiteiten. Er staat ook een wasmachine en droger, en een computer ter beschikking. Bovendien mogen de mensen één keer per week enkele voedingsproducten uitkiezen om mee te nemen.

We organiseren ook enkele socio-culturele activiteiten. Eén keer per maand gaan we naar de cinema of kijken een film in de eigen locatie. Daarna praten we nog even na over wat de film bij ons teweeg heeft gebracht. Op vrijdagen is er bingonamiddag en op donderdagen naaiatelier voor verstelwerk. In samenwerking met spellenclub ‘De Speltafel’ zijn er steeds een aantal nieuwe gezelschapsspellen ter beschikking. Soms gaan we op uitstap naar een museum, theater, dierentuin of stad, naar gelang de interesse van de mensen. En ieder jaar gaan we mosselen-friet eten in Oostende. We doen ook soms een bezoek aan een abdij of jaarlijks aan de Heilige-Bloedprocessie in Brugge. We gaan naar de bowling, petanque of het zwembad of doen mee aan socio-culturele projecten van KRASsertief.

We bouwen een vertrouwensband op met de mensen, omdat we hen alle dagen zien. Als ze ons dan hun noden durven kenbaar te maken, dan kijken we wat we kunnen doen. We gaan bijvoorbeeld mee naar het OCMW, de dokter of het ziekenhuis, onderhandelen met deurwaarders of zorgen voor schuldbemiddeling, we ruimen onmogelijke appartementen op, zorgen voor meubeltjes of regelen een verhuis, we verwijzen door naar De Tinten (voor materiële en administratieve ondersteuning), De Fontein (voor een douche), of een andere sociale organisatie. Maar eigenlijk leren we onze vrijwilligers om vooral te luisteren en niet dadelijk in te springen op elke vraag. We kunnen rekenen op zo’n 30-tal vaste vrijwilligers, waarvan verschillenden ooit als hulpvrager zijn binnengekomen.

Iedere maandagnamiddag maken we tijd vrij om te helpen bij administratie en geldzaken. We geven bijvoorbeeld ondersteuning bij schuldbemiddeling. De mensen verstaan bovendien het jargon van de meeste administratieve brieven niet en vragen ons wat er van hen gevraagd wordt. Het probleem bij het OCMW zit hierin dat je een online afspraak moet maken (wat al moeilijk is voor een digitale analfabeet zonder een computer in zijn bezit), dat je ter plekke ook vaak een half uur dient te wachten en dat je dan terecht komt bij iemand die je niet kent. We helpen ook ouderen, want zij kunnen nog moeilijk een bankbeambte bereiken, omdat de loketten verdwijnen. Als je een kleine overschrijving wil laten uitvoeren door de bank, kost je dat 4 euro. Wij stellen geen voorwaarden. De mensen komen dan bij mij met hun rekeningen en ik bankier online voor hen, maar zij vullen hun pincode in op de kaartlezer, die hoef ik niet te kennen. Ze hebben niet de moed om nog digitaal bij te leren.

Iedereen die hier komt, heeft een kleine of grote rugzak mee te dragen. We zien intellectuele en sterke mensen, maar er zijn er ook die zwakker zijn en geen hulp aanvaarden. Zij zijn veel moeilijker te helpen, vandaar dat een vertrouwensband opbouwen belangrijk is.”

Getuigenis

Nadine*, ervaringsdeskundige en bezoeker bij De Sluis Onze Thuis: “Ik ben geboren in een woonwagen hier in België. Mijn vader was een berber en werd niet aanvaard door onze gemeenschap van woonwagenbewoners. Daarom keerde hij terug naar zijn land van herkomst. Maar ik was gelukkig als kind, ik kende niets beters. Ik leerde voor mijn eigen te vechten. Mijn moeder stond altijd voor haar kinderen klaar, maar was te braaf. Ze werd mishandeld door haar stiefmoeder. Ook door mijn stiefvader werd ze slecht behandeld; toen ik 10 was, vermoordde hij haar net niet. Mijn moeder stierf toen ik elf jaar was aan een hersenbloeding. Mijn halfbroer kon bij een nonkel terecht die al zes kinderen had. Maar mij stootte de familie af. Ze namen ook alle bezittingen van mijn moeder over.

Zo kwam ik in een Pakistaans pleeggezin terecht, de man was consul van Pakistan in België. Die mensen waren wel goed voor mij, maar ik voelde me daar niet gelukkig. Ik kwam er in een heel andere wereld terecht en raakte vervreemd van mijn eigen familie. Ik moest bijvoorbeeld met gelakte schoentjes rondlopen en moest mij proper houden en binnen blijven. Toch heb ik een goede opvoeding gekregen.

Ik leerde maar pas schrijven toen ik twaalf jaar was, met hulp van een zuster van de lagere school. Maar ik had altijd een achterstand en sleepte die mee. Ik ging een tijdje op internaat, maar liep daar veel weg. Daarna ben ik gaan werken bij een dokter en van daaruit kreeg ik de kans om in een ziekenhuis te gaan werken. Ik moest er materialen steriliseren in de sterilisatiekamer. Tussen mijn werk door maakte ik koffie voor de dokters en na mijn werk zorgde ik voor een oude vrouw. Toen logeerde ik in een kamer bij de Carmelitessen.

Maar toen begon het bergaf te gaan, want ik kwam in een slecht milieu terecht, waar ik niet zo snel weer uitraakte, ook al wilde ik dat wel. Ik raakte mijn werk kwijt en van het ene probleem kwam het andere. Zo kwam ik op straat terecht. Ik had het gevoel dat de maatschappij mij uitstootte en keerde er mij van weg. Ik moest weer voor mijzelf vechten.

Ik zat in een omstandigheid waar ik niet meer uit leek te raken. Ik ben als dakloze eens water gaan vragen bij een zuster van een abdij. Ze gaf me een bed en ik mocht er blijven. Maar in het milieu waarin ik zat, werd ik soms bedreigd. Omdat ik schrik had dat die mensen ook de zusters wat zouden aandoen, ben ik er na twee jaar vertrokken en stond ik terug op straat.

De nieuwsgierigheid van de mensen die me wilden helpen, hield me soms tegen om iets te zeggen. Toontje (KRAS-dienst) bood hulp, maar ik aanvaardde die niet altijd. Na jaren zocht ik steun bij De Helpende Hand en zij gaven me een bonnetje om te gaan eten bij De Sloep en Onze Thuis.”

Er werd mij daar aangeraden om eens met de pastoor te gaan praten. Met enige aarzeling ben ik dan naar zijn huis gegaan en heb hem gezegd dat ik niets bezat. De volgende dag al belde hij mij en kreeg ik drie maanden huishuur en één maand leefgeld. Maar ik was kwaad: waarom moest het op die manier? Ik wilde er bovenop komen door zelf mijn situatie te verbeteren, ik kon zelf ook iets bijdragen. Ik wilde als mens behandeld worden en niet als nummer.”

Ria: “Zo hebben we Nadine leren kennen. Later, toen Nadine mij om hulp durfde vragen, had ze een probleem met haar sociaal appartement. Ze was verplicht van er een nieuwe vloer in de keuken te leggen en vroeg mij of ik iemand kende die dat kon. Mijn pleegzoon heeft er dan een nieuwe vloer gelegd. Maar niet veel later wilde de sociale huisvestingsmaatschappij dat er ook in de gang en in de slaapkamer een nieuwe vloer kwam. Het was een totaal afgeleefd appartement. Het ene mankement na het andere kwam boven: zo bleef de kraan in de keuken lopen.” Nadine: “Ik woonde op het zevende, maar moest iedere keer de hoofdkraan in de kelder gaan openen en afsluiten. Er was geen lift.” Ria: “Het hele gebouw krioelde van de muizen. In het gebouw werd al jaren niet meer geïnvesteerd. Ik heb dan gebeld met de sociale huisvestingsmaatschappij en aangekaart dat ze die investering niet konden vragen van iemand met problemen. Ik besefte dat er een andere oplossing nodig was en begon samen met Nadine te zoeken naar een andere woonst.

Bij lokaal dienstencentrum De Horizon raadde iemand me aan om naar een assistentiewoning te zoeken. Zo kwam ik te weten dat je in Gent vanuit een adres in Gent onder bepaalde voorwaarden kon verhuizen naar een assistentiewoning waar je dan met tussenkomst van het OCMW kon huren, wanneer de eigenaar akkoord ging. Zo is Nadine dan, met onze hulp, kunnen verhuizen naar een assistentiewoning. Haar schulden zijn weggewerkt en ze woont nu goed.” Nadine: “In het begin werd ik vreemd bekeken door mijn medebewoners, ik kwam voor hen ‘van ’t stort’.” Ria: “Maar ondertussen is ze goed aanvaard.”

Nadine: “Ria vertrouwde ik, ze is verstandig en moet niet altijd alles direct weten van een ander. En mee door haar sta ik waar ik nu sta. Ik heb niet meer het gevoel dat ik altijd het onderspit moest delven, maar ik voel me meer mens, nu ik alles heb wat ik hebben wilde. Het maakt me ook zuiniger, omdat ik geen schulden meer wil. Ik heb soms wel schrik om terug op straat te geraken, omdat ik dat heb meegemaakt en weet wat dat is.

Mijn zoon heeft een beperking en kon niet goed met zijn geld om.” Ria: “Ze heeft goede keuzes voor hem gemaakt, zo heeft ze hem onder bewindvoering gezet. Dat hielp.” Nadine: “Ik kon mij niets permitteren en hij had dan een spaarboek, maar ik ben er nooit aan geweest.” Ria: “Ze heeft gevochten voor haar zoon zoals een leeuwin voor haar welp.” Nadine: “Ik heb ervoor gezorgd dat hij kon lezen en schrijven. Ik zat erachter, zorgde voor bijlessen, want in het bijzonder onderwijs had ik niet het gevoel dat ze veel naar hem omkeken.” Ria: “Hij werkt nu in een maatwerkbedrijf en woont ook in een assistentiewoning.”

Nadine: “Ik wilde mijn zoon een goede start in het leven geven. Want als je geen goede start hebt, draag je dat mee. Armoede zet zich als een microbe vast aan je en blijft als een stempel zichtbaar. De mensen bekijken je steeds met die stempel en dat doet zeer. Je wilt zo niet zijn. Ik wil gewoon een normaal leven voor mij en mijn zoon.

Ik heb veel te danken aan de mensen van KRAS. Zij helpen echt. Hun boodschap is: ondersteun elkaar. Tien jaar heb ik in een zetel geslapen, KRAS heeft mij ook enkele meubeltjes bezorgd waardoor ik in een bed kan slapen.
Ik vind dat we respect moeten hebben voor elkaar. Geen medelijden tonen. De echte armen lopen er niet mee te koop. Die hebben soms meer nodig dan een bedelaar. Mensen zoeken waardering, dat is meer de soep en het brood dat je ergens krijgt. Daarom krijgt Ria ook respect van ons. Omdat ze ons waardeert om wie we zijn. Ze heeft niet gestudeerd voor maatschappelijk werk, maar haar ervaring is meer waard. Ik ben voor haar geen nummer, maar wel een mens die hulp kan gebruiken.” Ria: “Nadine is intellectueel en een doorzetter. Er zijn ook mensen die emotioneel zwakker zijn en geen hulp aanvaarden. Zij zijn veel moeilijker te helpen.”

De Sluis Onze Thuis krijgt projectsteun van Caritas Hulpbetoon.

* Fictieve naam

De Sluis Onze ThuisDe Sluis Onze Thuis
Kasteellaan 435 – 9000 Gent
T 09 390 83 15
M 0477 87 23 98
desluisonzethuis@skynet.be
www.desluisonzethuis.be

Andere organisaties die wij ondersteunen