Vince Loots en Joëlle Moers, doortrekkersterrein Lille
Caritas Vlaanderen in gesprek met terreinbeheerder, Vince Loots en technisch medewerker, Joëlle Moers, van het doortrekkersterrein van Lille
Beheer van het doortrekkersterrein
Joëlle Moers: “Het doortrekkersterrein van Lille is geopend in maart 2021. Ik ben in april 2022 in dienst gekomen als technisch medewerker.” Vince Loots: “Sinds februari 2022 ben ik terreinbeheerder van het doortrekkersterrein in Lille. Dat houdt in: het beheer van de site, het onderhoud van het terrein en de infrastructuur, het groenonderhoud, herstellingen, administratieve verwerking van de reserveringen, opvangen van de bezoekers, …
Wanneer mensen willen reserveren, bekijken we of er mogelijkheid is om in die periode te kunnen reserveren. We maken een afspraak voor hun aankomst op het terrein, verwerken hun persoonsgegevens en regelen de betaling van de waarborg voor het verblijf. Bij hun aankomst wijzen we hen een staanplaats toe, zorgen we dat ze aangesloten zijn op water en elektriciteit en overlopen we de regels van het terrein.
Bij vertrek regelen we de betaling en leiden we de opruim in goede banen. Doordat er momenteel nog een gezamenlijk reserveringssysteem ontbreekt, zijn er jammer genoeg wel soms dubbelboekingen. Hierdoor staan de terreinen soms leeg. Dit is iets waar we aan werken. Tweemaandelijks komen we samen met de beheerders van de andere doortrekkersterreinen om ervaringen uit te wisselen en een gezamenlijke aanpak uit te werken.
Verschillende groepen
We hanteren een jaarplanning met periodes van 3 weken, waarbij we rekening houden met de verschillende groepen van bezoekers: Franse Bretoenen, Vlaamse Roms, Ierse en Engelse Travellers, en af en toe een Vlaamse voyageur.
Ervaring van de andere terreinbeheerders leert ons om de onderlinge groepen gescheiden te houden om problemen te vermijden. Meestal gaat het ook om één familie, die graag samen wilt staan, dus vaak komt die opdeling er vanzelf. Bovendien zijn de doortrekkersterreinen net belangrijk om als familie samen te kunnen komen. Hier is op de residentiële terreinen geen ruimte voor.
Leefbaarheid
De mensen kunnen op ons terrein, zoals op elk doortrekkersterrein, voor maximaal 21 aaneensluitende dagen terecht. Na een periode van afwezigheid zijn ze wel weer welkom. Daar ligt het verschil met de residentiële terreinen voor woonwagenbewoners.
Naar het einde van zo’n periode van 3 weken ontstaan er steeds spanningen, omdat ze liever langer op het terrein zouden verblijven. Ze verblijven liefst op een terrein dat het dichtst ligt bij de zelfstandige dienst die ze op dat moment uitoefenen.
Wanneer er geen plaats is voor woonwagenbewoners op één van de doortrekkersterreinen, dan bestaat het wettelijk recht dat de burgemeester voor hen een braakliggend terrein zoekt waar zij mogen staan.
Gesloten gemeenschappen
De Roms en de Bretoenen zijn beide gesloten gemeenschappen die terughoudend zijn naar mensen die ze nog niet kennen of die nog niet in hun netwerk zitten. Het lijkt hun bewuste keuze om de afstand tot de maatschappij groot te houden. Ze hebben vaak slechte ervaringen met de maatschappij en sluiten zich daarvoor af. Bretoenen hebben het duidelijk financieel breder dan de Roms. Vaak oefenen ze zelfstandige activiteiten uit, zoals het ontmossen van daken, schilderwerken, …. Roms zitten in de autohandel en doen allerlei hand- en spandiensten.”
Joëlle: “Ik werk al 23 jaar met de doelgroep van de Roms. Ik ken dan ook verschillende families die hier langskomen. Veel Roms hier hebben familie op het residentieel terrein van Oud-Turnhout. Ze maken ook deel uit van de Pinkstergemeenschap. Wanneer hun zonen de leeftijd hebben om te trouwen, dan trekken ze rond om een vrouw te vinden. Maar ze trekken bijvoorbeeld ook rond om hun familiebanden te onderhouden.”
“Van de Bretoenen vermoeden we dat ze in Frankrijk een vast adres hebben, maar ze komen naar hier voor hun opdrachten als zelfstandige. De mannen zijn hier daardoor in de dag maar weinig, de vrouwen hebben vaak ook een rijbewijs en blijven niet op het terrein. Zij doen het huishouden en zorgen voor de kinderen. De Bretoense mannen komen na hun werk vaak even samen om iets te drinken en gezellig bij te praten. Maar anders dan de Roms koken ze niet buiten samen op een barbecuestel, maar wel in hun caravan.”
Sociale partners
Vince: “Op het terrein bieden we zelf geen diensten aan, maar hebben bijvoorbeeld wel een sociaal medisch netwerk, met Kind & Gezin, een huisartsenpraktijk, een dierenarts, … Indien nodig verwijzen we de mensen door naar één van deze diensten. Eén keer per maand hebben wij contact met het vaccinatieteam van de provincie en zij komen langs om waar nodig te vaccineren. Hun administratieve zorgen bespreken de woonwagenbewoners met de dienst die hun referentieadres beheert. (Caritas Vlaanderen verzorgt het referentieadres van woonwagenbewoners in Antwerpen)
De kinderen van de Roms en Bretoenen gaan niet naar school, maar zien we eigenlijk ook niet buiten hun caravans komen.” Joëlle: “Pas na 16u, wanneer wij het terrein verlaten, zien we soms wat beweging.” Vince: “Daarom is het voor ons ook moeilijk om met hen een relatie op te bouwen. Ik heb niet het gevoel dat ik hen ken.” Joëlle: “De tienerkinderen van de Roms komen wel buiten, ze moeten meehelpen in het huishouden en bij het onderhoud van de caravan. Maar het is moeilijk om als buitenstaander, ‘gadje’ in het Romanes, hun vertrouwen te winnen, omdat we hen niet continue zien. Ze zijn hier maar sporadisch.”
Weinig kansen in de toekomst
Vince: "Ik zie voor deze doelgroep heel weinig toekomst. Naar mijn mening is er voor hun manier van leven in de samenleving minder en minder begrip en ruimte. Er is geen draagvlak bijvoorbeeld om nog ergens een nieuw doortrekkersterrein te openen. Dan is er vaak weerstand van de buurtbewoners en gemeentebesturen. Ons terrein is erg afgelegen, maar daardoor is er ook geen verbinding met de buurt. Voor nomaden is er geen begrip, maar zijn er ook weinig kansen. Er is bijvoorbeeld ook geen systeem voor hun kinderen om onderwijs te volgen. Dat is jammer, want als je geen school loopt, ben je gedoemd om in dezelfde situatie te blijven zitten. Daarom juich ik het initiatief van Caritas Vlaanderen wel toe, om de kinderen hier educatieve activiteiten en een dagbesteding aan te bieden."
Vince: “Ik hoop voor onze doelgroep dat er een residentieel terrein bijkomt. Het is hun specifieke vraag, zodat ze morgen enigszins verder geholpen zijn en hun levensstijl kunnen behouden. Ik denk dat het geen voordeel biedt als je een doelgroep dwingt om op een bepaalde manier te leven. Op een residentieel terrein kunnen ze op z’n minst hun cultuur behouden.”